Arrest van het Hof (Grote kamer) van 5 november 2019
Europese Commissie tegen Republiek Polen
Niet-nakoming – Artikel 19, lid 1, tweede alinea, VEU – Rechtsstaat – Daadwerkelijke rechtsbescherming op de onder het recht van de Unie vallende gebieden – Beginselen van onafzetbaarheid en onafhankelijkheid van rechters – Verlaging van de pensioenleeftijd van rechters bij de Poolse gewone rechterlijke instanties – Mogelijkheid om de rechterlijke taken na de nieuwe pensioenleeftijd te blijven uitoefenen na toestemming van de minister van Justitie – Artikel 157 VWEU – Richtlijn 2006/54/EG – Artikel 5, onder a), en artikel 9, lid 1, onder f) – Verbod van discriminatie op grond van geslacht op het gebied van beloning, werkgelegenheid en beroep – Vaststelling van uiteenlopende pensioenleeftijden voor mannen en vrouwen die het ambt bekleden van rechter bij de Poolse gewone rechterlijke instanties, rechter bij de Sąd Najwyższy of openbaar aanklager bij de Poolse parketten
Zaak C-192/18
Jurisprudentie
gepubliceerd in de digitale Jurisprudentie (Algemene Jurisprudentie)
Links naar de teksten
|
Curia |
EUR-Lex |
Autres Liens |
Conclusie
ECLI:EU:C:2019:529 |
|
|
|
Arrest
ECLI:EU:C:2019:924 |
|
|
|