Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Varhoven administrativen sad (Bulgarije) op 12 mei 2021 – Komisia za zashtita na lichnite danni, Tsentralna isbiratelna komisia / Koalitsia „Demokratichna Bulgaria – Оbedinenie”

(Zaak C-306/21)

Procestaal: Bulgaars

Verwijzende rechter

Varhoven administrativen sad

Partijen in het hoofdgeding

Verzoeksters tot cassatie: Komisia za zashtita na lichnite danni, Tsentralna isbiratelna komisia

Verweerster in cassatie: Koalitsia „Demokratichna Bulgaria – Оbedinenie”

Prejudiciële vragen

Moet artikel 2, lid 2, onder a), van de algemene verordening gegevensbescherming1 aldus worden uitgelegd dat het in de weg staat aan de toepassing van deze verordening op een ogenschijnlijk zuiver interne situatie, zoals het houden van verkiezingen voor het nationaal parlement, wanneer de persoonsgegevens van personen – burgers van de Europese Unie – het voorwerp van bescherming zijn en de gegevensverwerkingsactiviteiten niet beperkt zijn tot het verzamelen van gegevens in het kader van de betrokken activiteit?

Indien de eerste vraag bevestigend wordt beantwoord: stelt het einde van de verkiezingen voor het nationaal parlement, die buiten de werkingssfeer van het Unierecht lijken te vallen, de verwerkingsverantwoordelijken, verwerkers en personen die persoonsgegevens opslaan vrij van hun verplichtingen uit hoofde van de verordening als enige middel om persoonsgegevens van burgers van de Unie op het niveau van de Unie te beschermen? Hangt de toepasselijkheid van de verordening uitsluitend af van de activiteit waarvoor de persoonsgegevens zijn gegenereerd of verzameld, hetgeen ook tot de conclusie leidt dat de toepassing ervan niet kan worden uitgesteld?

Indien de eerste vraag ontkennend wordt beantwoord: verzetten artikel 6 [, lid 1], onder e), van de algemene verordening gegevensbescherming en het in overwegingen 4 en 129 van deze verordening neergelegde evenredigheidsbeginsel zich tegen een nationale regeling ter uitvoering van een verordening als die welke in casu aan de orde is, die de mogelijkheid om bij de registratie van de verkiezingsuitslagen in de stembureaus video-opnamen te maken, van meet af aan uitsluit en beperkt, die differentiatie en regulering van afzonderlijke bestanddelen van de registratieprocedure verbiedt en die de mogelijkheid uitsluit om de doelstellingen van de verordening – bescherming van persoonsgegevens van personen – met andere middelen te bereiken?

Subsidiair en tegen de achtergrond van de werkingssfeer van het Unierecht – in verband met het houden van gemeenteraadsverkiezingen en verkiezingen voor het Europees Parlement –: verzetten artikel 6 [, lid 1], onder e), van de algemene verordening gegevensbescherming en het in overwegingen 4 en 129 van deze verordening neergelegde evenredigheidsbeginsel zich tegen een nationale regeling ter uitvoering van een verordening als die welke in casu aan de orde is, die de mogelijkheid om bij de registratie van de verkiezingsuitslagen in de stembureaus video-opnamen te maken van meet af aan uitsluit en beperkt, die niet voorziet in differentiatie en regulering van afzonderlijke bestanddelen van de registratieprocedure, laat staan dat zij dit toelaat, en die de mogelijkheid uitsluit om de doelstellingen van de verordening – bescherming van persoonsgegevens van personen – met andere middelen te bereiken?

Staat artikel 6, lid 1, onder e), van de algemene verordening gegevensbescherming eraan in de weg dat de vaststelling van het rechtmatig verloop van de gehouden verkiezingen en de registratie van de uitslagen daarvan worden gekwalificeerd als een taak van algemeen belang die een bepaalde, aan het evenredigheidsvereiste onderworpen ingreep in de persoonsgegevens van de in de stembureaus aanwezige personen rechtvaardigt wanneer deze een officiële, openbare, bij wet geregelde taak vervullen?

Indien de voorgaande vraag bevestigend wordt beantwoord: staat de bescherming van persoonsgegevens in de weg aan de invoering van een nationaal wettelijk verbod op het verzamelen en het verwerken van persoonsgegevens, die de mogelijkheid van uitoefening van begeleidende activiteiten zoals het maken van video-opnamen van materialen en voorwerpen die geen persoonsgegevens bevatten, beperkt wanneer tijdens de registratieprocedure de mogelijkheid bestaat dat bij het maken van video-opnamen van in het stembureau aanwezige personen die op het betrokken tijdstip een taak van algemeen belang verrichten, ook persoonsgegevens worden verzameld?

____________

1 Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PB 2016, L 119, blz. 1).