Beschikking van het Gerecht van 28 juli 2021 – NG e.a./Parlement en Raad
(Zaak T-646/20)1
[„Beroep tot nietigverklaring – Wegvervoer – Verordening (EU) 2020/1054 – Rusttijden van de bestuurder – Onmogelijkheid om bepaalde rusttijd te nemen aan boord van het voertuig – Terugkeer naar de exploitatievestiging van de werkgever of naar huis voor bepaalde rusttijden – Beroepsvereniging – Procesbevoegdheid – Niet individueel geraakt – Niet-ontvankelijkheid”]
Procestaal: Engels
Partijen
Verzoekende partij: NG en 17 andere verzoekende partijen van wie de namen zijn opgenomen in de bijlage bij de beschikking (vertegenwoordiger: R. Martens, advocaat)
Verwerende partijen: Europees Parlement (vertegenwoordigers: R. van de Westelaken en A. Tamás, gemachtigden), Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: A. Norberg, L. Vétillard en S. Emmerechts, gemachtigden)
Voorwerp
Verzoek krachtens artikel 263 VWEU tot nietigverklaring van artikel 1, punt 6, onder c) en d), van verordening (EU) 2020/1054 van het Europees Parlement en de Raad van 15 juli 2020 tot wijziging van verordening (EG) nr. 561/2006 wat betreft de minimumeisen voor maximale dagelijkse en wekelijkse rijtijden, minimumonderbrekingen en dagelijkse en wekelijkse rusttijden, en verordening (EU) nr. 165/2014 wat betreft positionering door middel van tachografen (PB 2020, L 249, blz. 1).
Dictum
Het beroep wordt niet-ontvankelijk verklaard.
NG en de andere verzoekende partijen van wie de namen zijn opgenomen in de bijlage bij de beschikking worden verwezen in de kosten van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie, met inbegrip van de kosten van de procedure in kort geding.
____________
1 PB C 433 van 14.12.2020.