Language of document :

Beroep ingesteld op 31 januari 2024 – Deutsche Umwelthilfe/Commissie

(Zaak T-50/24)

Procestaal: Duits

Partijen

Verzoekende partij: Deutsche Umwelthilfe eV (Hannover, Duitsland) (vertegenwoordigers: R. Klinger en C. Douhaire, advocaten)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

De verzoekende partij verzoekt het Gerecht:

besluit Ares(2023)8214217 van de Commissie van 1 december 2023, waarbij de Commissie het verzoek van verzoekster om een interne herziening van uitvoeringsverordening (EU) 2023/9181 heeft afgewezen, nietig te verklaren voor zover daarbij het verstrijken van de vergunning voor S-metolachloor wordt uitgesteld;

verweerster te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar beroep voert de verzoekende partij zes middelen aan.

Eerste middel: Schending van artikel 17 van verordening (EG) nr. 1107/20091 door de onjuiste vermelding van de feitelijke voorwaarde dat de vergunning naar verwachting zal vervallen voordat de beslissing over de aanvraag tot verlenging wordt genomen.

Gelet op het stadium waarin de procedure tot verlenging van de goedkeuring van de werkzame stof zich bevindt, had verweerster er bij de vaststelling van uitvoeringsverordening (EU) nr. 2023/918 en de herziening van die maatregel niet van mogen uitgaan dat vóór die datum geen beslissing kon worden genomen over de verlenging van de goedkeuring van de werkzame stof S-metolachloor.

Tweede middel: Schending van artikel 17 van verordening (EG) nr. 1107/2009 door onjuiste bevestiging van de feitelijke voorwaarde dat de redenen voor het verstrijken van de vergunning vóór de verlenging niet de verantwoordelijkheid van de aanvragende fabrikant zijn.

Door het aanvullende dossier te laat in te dienen en onvolledige informatie te verstrekken die geen sluitende risicobeoordeling mogelijk maakte, heeft de aanvragende fabrikant bijgedragen tot de vertraging van de voltooiing van de procedure voor de herziening van de toelating van de werkzame stof.

Derde middel: Schending van artikel 17, lid 1, van verordening (EG) nr. 1107/2009 juncto de doelstelling om een hoog beschermingsniveau te waarborgen en het voorzorgsbeginsel, wegens onjuiste uitlegging van die bepaling in die zin dat deze geen ruimte voor afweging laat en dat een verlenging moet worden toegestaan zelfs indien er aanwijzingen voor onaanvaardbare of schadelijke gevolgen zijn.

Eveneens onverenigbaar met de primaire doelstelling van het waarborgen van een hoog beschermingsniveau, het voorzorgsbeginsel en het rechtsstelsel van verordening (EG) nr. 1107/2009 is de uitlegging van artikel 17 van verordening (EG) nr. 1107/2009 dat dit artikel de Commissie geen ruimte laat om rekening te houden met gevaren en risico’s voor het milieu en de gezondheid door de verlenging te weigeren.

Vierde middel: Schending van artikel 17, lid 1, van verordening (EG) nr. 1107/2009 juncto de doelstelling om een hoog beschermingsniveau te waaborgen en het voorzorgsbeginsel, wegens het permanente karakter van de totale verlenging.

In ieder geval zijn systematische verlengingen over meerdere jaren, die uiteindelijk het karakter hebben van een permanente verlenging van een verlopen toelating, onverenigbaar met de beschermingsdoelstelling en het voorzorgsbeginsel.

Vijfde middel: Schending van artikel 17, lid 1, van verordening (EG) nr. 1107/2009 doordat de verlenging te lang heeft geduurd.

De verlengingsperiode die is vastgesteld in de verlengingsverordening (EU) 2023/918 is langer dan wat absoluut noodzakelijk is om de procedure af te ronden.

Zesde middel: Schending van de motiveringsplicht van artikel 296 VWEU en van artikel 41, lid 2, onder c), van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.

____________

1 Uitvoeringsverordening (EU) 2023/918 van de Commissie van 4 mei 2023 tot wijziging van uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wat betreft de verlenging van de geldigheidsduur van de goedkeuring voor de werkzame stoffen aclonifen, ametoctradin, beflubutamide, benthiavalicarb, boscalid, captan, clethodim, cycloxydim, cyflumetofen, dazomet, diclofop, dimethomorf, ethefon, fenazaquin, fluopicolide, fluoxastrobin, flurochloridone, folpet, formetanaat, Helicoverpa armigera kernpolyedervirus, hymexazol, indolylboterzuur, mandipropamid, metalaxyl, metaldehyde, metam, metazachloor, metribuzin, milbemectin, paclobutrazool, penoxsulam, fenmedifam, pirimifos-methyl, propamocarb, proquinazid, prothioconazool, S-metolachloor, Spodoptera littoralis kernpolyedervirus, Trichoderma asperellum (stam T34) en Trichoderma atroviride stam I-1237 (PB 2023, L 119, blz. 160).

1 Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (PB 2009, L 309, blz. 1).