Language of document : ECLI:EU:C:2012:339

Gevoegde zaken C‑611/10 en C‑612/10

Waldemar Hudzinski
tegen
Agentur für Arbeit Wesel — Familienkasse

en

Jaroslaw Wawrzyniak
tegen
Agentur für Arbeit Mönchengladbach — Familienkasse

(verzoeken van het Bundesfinanzhof om een prejudiciële beslissing)

„Sociale zekerheid van migrerende werknemers — Verordening (EEG) nr. 1408/71 — Artikelen 14, punt 1, sub a, en 14 bis, punt 1, sub a — Artikelen 45 VWEU en 48 VWEU — Tijdelijke arbeid in andere lidstaat dan die op grondgebied waarvan activiteit normaal wordt uitgeoefend — Gezinsbijslagen — Toepasselijke wetgeving — Mogelijkheid voor lidstaat waar tijdelijke arbeid wordt verricht, maar die niet bevoegde lidstaat is, om kinderbijslag toe te kennen — Toepassing van nationale anticumulatieregel die deze bijslag uitsluit in geval van ontvangst van vergelijkbare uitkering in andere staat”

Samenvatting van het arrest

1.        Sociale zekerheid van migrerende werknemers — Gezinsbijslagen — Toepasselijke wetgeving — Werknemer die tijdelijke arbeid verricht in lidstaat waar hij zijn activiteit normaal niet uitoefent en waar hij en zijn gezinsleden niet wonen — Ontvangst van gezinsbijslagen in bevoegde woonstaat

(Verordening nr. 1408/71 van de Raad, zoals gewijzigd bij verordening nr. 647/2005, art. 14, punt 1, sub a, en 14 bis, punt 1, sub a)

2.        Sociale zekerheid van migrerende werknemers — Gezinsbijslagen — Werknemer die tijdelijke arbeid verricht in andere lidstaat dan die waar activiteit normaal wordt uitgeoefend

(Art. 45 VWEU en 48 VWEU)

1.        De artikelen 14, punt 1, sub a, en 14 bis, punt 1, sub a, van verordening nr. 1408/71, in de bij verordening nr. 118/97 gewijzigde en bijgewerkte versie, zoals gewijzigd bij verordening nr. 647/2005, moeten aldus worden uitgelegd dat zij niet eraan in de weg staan dat een lidstaat die krachtens deze bepalingen niet als bevoegde lidstaat is aangewezen, overeenkomstig zijn nationale recht kinderbijslag toekent aan een migrerende werknemer die tijdelijk is tewerkgesteld op het grondgebied van deze lidstaat waar hij onbeperkt belastingplichtig is in de inkomstenbelasting, maar die sociaal verzekerd is in de bevoegde lidstaat, zelfs wanneer vaststaat, ten eerste, dat de betrokken werknemer door de uitoefening van zijn recht van vrij verkeer geen enkel juridisch nadeel heeft ondervonden, daar hij zijn recht op soortgelijke gezinsbijslagen in de bevoegde lidstaat heeft behouden, en ten tweede, dat noch de werknemer noch het kind waarvoor die bijslag wordt gevraagd, zijn gewone verblijfplaats heeft op het grondgebied van de lidstaat waar de tijdelijke arbeid werd verricht.

(cf. punt 68, dictum 1)

2.        De bepalingen van het VWEU inzake het vrije verkeer van werknemers moeten aldus worden uitgelegd dat zij in een situatie waarin een werknemer tijdelijk wordt gedetacheerd in een andere lidstaat dan de bevoegde lidstaat, in de weg staan aan de toepassing van een nationale anticumulatieregel inzake kinderbijslag, voor zover deze niet tot een vermindering van het bedrag van de uitkering ten belope van het bedrag van een in een andere staat ontvangen vergelijkbare uitkering, maar tot de uitsluiting van die uitkering leidt.

(cf. punt 85, dictum 2)