Language of document :

Arrest van het Gerecht van 24 mei 2012 - JBF RAK/Raad

(Zaak T-555/10)

["Subsidies - Invoer van bepaald polyethyleentereftalaat van oorsprong uit Iran, Pakistan en de Verenigde Arabische Emiraten - Definitief compenserend recht en definitieve inning van voorlopig recht - Artikel 11, lid 8, artikel 15, lid 1, en artikel 30, lid 5, van verordening (EG) nr. 597/2009 - Beginsel van behoorlijk bestuur"]

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: JBF RAK LLC (Ras Al Khaimah, Verenigde Arabische Emiraten) (vertegenwoordiger: B. Servais, advocaat)

Verwerende partij: Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: B. Driessen, gemachtigde, bijgestaan door G. Berrisch, advocaat, en N. Chesaites, barrister)

Interveniënte aan de zijde van verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: H. van Vliet, M. França en G. Luengo, gemachtigden)

Voorwerp

Verzoek tot nietigverklaring van uitvoeringsverordening (EU) nr. 857/2010 van de Raad van 27 september 2010 tot instelling van een definitief compenserend recht en tot definitieve inning van het voorlopige recht op bepaald polyethyleentereftalaat van oorsprong uit Iran, Pakistan en de Verenigde Arabische Emiraten (PB L 254, blz. 10)

Dictum

Het beroep wordt verworpen.

JBF RAK LLC wordt verwezen in haar eigen kosten alsook in die van de Raad van de Europese Unie.

De Europese Commissie zal haar eigen kosten dragen.

____________

1 - PB C 30 van 29.1.2011.