Language of document :

Arrest van het Gerecht van 20 december 2023 – Crédit agricole en Crédit agricole Corporate and Investment Bank/Commissie

(Zaak T-113/17)1

[„Mededinging – Mededingingsregelingen – Sector van rentederivaten in euro – Besluit waarbij een inbreuk op artikel 101 VWEU en artikel 53 van de EER-Overeenkomst wordt vastgesteld – Manipulatie van de interbancaire Euribor-referentierentetarieven – Uitwisseling van vertrouwelijke informatie – Mededingingsbeperking naar strekking – Eén enkele voortdurende inbreuk – In de tijd gespreide ‚hybride’ procedure – Vermoeden van onschuld – Onpartijdigheid – Geldboeten – Basisbedrag – Waarde van de verkopen – Artikel 23, leden 2en 3, van verordening (EG) nr. 1/2003 – Motiveringsplicht – Wijzigingsbesluit waarbij de motivering wordt aangevuld – Gelijke behandeling – Volledige rechtsmacht”]

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partijen: Crédit agricole SA, (Montrouge, Frankrijk), Crédit agricole Corporate and Investment Bank, (Montrouge) (vertegenwoordigers: J.-P. Tran Thiet, M.°Powell en J.°Jourdan, advocaten)

Verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: M. Farley en T. Baumé, gemachtigden, bijgestaan door N. Coutrelis, advocaat)

Voorwerp

Met hun beroep krachtens artikel 263 VWEU vorderen verzoeksters, ten eerste, gedeeltelijke nietigverklaring van besluit C(2016) 8530 final van de Commissie van 7 december 2016 betreffende een procedure op grond van artikel 101 VWEU en artikel 53 van de EER-Overeenkomst [Zaak AT.39914 – Rentederivaten in euro (EIRD’s)] en, ten tweede en subsidiair, verlaging van de hun bij dit besluit opgelegde geldboete. Bovendien vorderen zij nietigverklaring van besluit C(2021) 4610 final van de Commissie van 28 juni 2021 tot wijziging van het bestreden besluit of, subsidiair, de uitspraak dat laatstgenoemd besluit het motiveringsgebrek van het bestreden besluit niet kon herstellen.

Dictum

Artikel 2, onder a), van besluit C(2016) 8530 final van de Commissie van 7 december 2016 betreffende een procedure op grond van artikel 101 VWEU en artikel 53 van de EER-Overeenkomst [Zaak AT.39914 – Rentederivaten in euro (EIRD’s)] wordt nietig verklaard.

Het bedrag van de geldboete, waarvoor Crédit agricole SA en Crédit agricole Corporate and Investment Bank hoofdelijk aansprakelijk worden gehouden, wordt vastgesteld op 110 000 000 EUR.

Het beroep wordt verworpen voor het overige.

Elke partij draagt haar eigen kosten.

____________

1     PB C 231 van 17.7.2017.