Language of document :

Beroep ingesteld op 3 maart 2010 - Portugal / Commissie

(Zaak T-111/10)

Procestaal: Portugees

Partijen

Verzoekende partij: Portugese Republiek (vertegenwoordigers: N. Mimoso Ruiz en P. Moura Pinheiro, advocaten, L. Inez Fernandes, gemachtigde)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

Op 3 maart 2010 heeft de Portugese Republiek krachtens artikel 263 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie beroep ingesteld tot nietigverklaring van beschikking C(2009) 10624 van de Europese Commissie van 21 december 2009 tot vermindering van de financiële bijstand uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling die is toegekend voor het operationele programma "Modernisering van de economie" - CCI 1994 PT 16 1 PO 004 (ex-EFRO ref. 94.12.09.004), voor zover deze beschikking betrekking heeft op de financiering van het Fundo de Investimento Imobiliário Fechado Turístico (FIIT) [gesloten investeringsfonds voor toeristisch vastgoed].

Middelen en voornaamste argumenten

Een vastgoedfonds - zoals dit door de autoriteiten is opgericht nadat de Europese Commissie het communautaire bestek II voor de structurele bijstandsverlening in de in de onder doelstelling nr. 1 vallende regio's had goedgekeurd voor de periode van 1 januari 1994 tot en met 31 december 2009 - is geschikt voor de vervulling van de taken van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling.

Verordening (EEG) nr. 4254/88 tot vaststelling van toepassingsbepalingen voor verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het EFRO, zoals gewijzigd bij verordening (EEG) nr. 2083/931, bepaalt dat dit fonds bijdraagt tot de ontsluiting van het eigen potentieel van de regio's via maatregelen die de toegang van kleine en middelgrote ondernemingen tot de kapitaalmarkt verbeteren. Evenals garanties en participaties - activiteiten die louter bij wijze van voorbeeld in verordening (EEG) nr. 2083/93 worden genoemd - is een vastgoedfonds een financieringsinstrument dat geschikt is om de activiteiten van kleine en middelgrote ondernemingen te bevorderen en te ontwikkelen.

Het FIIT dient in het bijzonder ter financiering van kleine en middelgrote ondernemingen in de toeristische sector in Portugal, die in de regel bijzonder vastgoed bezitten en moeilijk financiering kunnen vinden op de markt.

De activiteiten van het FIIT tijdens de relevante periode hebben mede bijgedragen tot de ontwikkeling en modernisering van het toeristische aanbod in Portugal, via de aankoop en de daaropvolgende verhuring van toeristenverblijven aan kleine en middelgrote ondernemingen.

De activiteiten van het FIIT zijn volkomen in overeenstemming met beschikking C(94) 464 van de Europese Commissie, waarbij in het kader van het communautaire bestek II het operationele programma "Modernisering van de economie" en subprogramma 4, "Toerisme en Cultureel Patrimonium", zijn goedgekeurd. Deze beschikking voorzag in de oprichting van een toeristisch investeringsfonds, dat zich bij voorrang bezighoudt met onder meer de financiële sanering, de modernisering en de herstructurering van hotelcomplexen.

De Europese Commissie heeft de rechten van de verdediging geschonden door pas in de bestreden beschikking aan te voeren dat niet is aangetoond dat de markt tekortschiet in de financiering van de door het FIIT gesteunde kleine en middelgrote ondernemingen, en de nationale autoriteiten te verwijten dat zij de economische levensvatbaarheid van deze ondernemingen niet op passende wijze hebben geanalyseerd, maar louter de schulden ervan herfinancieren.

De bestreden beschikking maakt inbreuk op het beginsel van gewettigd vertrouwen, voor zover hierin wordt vastgesteld dat het project van het FIIT niet voor medefinanciering door het EFRO in aanmerking komt. De houding van de Commissie tijdens de begeleiding van het programma heeft immers bij de Portugese autoriteiten de vaste en gewettigde overtuiging doen ontstaan dat niet zou worden geraakt aan de financiering van het FIIT, temeer daar op grond van de in de betrokken periode geldende bepalingen van gemeenschapsrecht - waaruit niet ondubbelzinnig bleek dat deze financiering ongeoorloofd was - niet kan worden vastgesteld dat een kennelijke vergissing is gemaakt bij de beoordeling van het al dan niet rechtmatige karakter van dit financieringsinstrument.

____________

1 - Verordening (EEG) nr. 2083/93 van de Raad van 20 juli 1993 houdende wijziging van verordening (EEG) nr. 4254/88 tot vaststelling van toepassingsbepalingen voor verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (PB L 193, blz. 34).