Language of document :

Beroep ingesteld op 2 augustus 2010 - Fürstlich Castell'sches Domänenamt/BHIM - Castel Frères (CASTEL)

(Zaak T-320/10)

Taal van het verzoekschrift: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Fürstlich Castell'sches Domänenamt, Albrecht Fürst zu Castell-Castell (Castell, Duitsland) (vertegenwoordigers: R. Kunze, solicitor, G. Würtenberger en T. Wittmann, advocaten)

Verwerende partij: Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen)

Andere partij in de procedure voor de kamer van beroep: Castel Frères SA (Blanquefort, Frankrijk)

Conclusies

vernietiging van de beslissing van de tweede kamer van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) van 4 mei 2010 in zaak R 962/2009-2;

verwijzing van verweerder in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Ingeschreven gemeenschapsmerk waarvan nietigverklaring is gevorderd: woordmerk "CASTEL" voor waren van klasse 33 - gemeenschapsmerk nr. 2678167

Houder van het gemeenschapsmerk: de andere partij in de procedure voor de kamer van beroep

Partij die nietigverklaring van het gemeenschapsmerk vordert: de verzoekende partij

Merkrecht van de partij die nietigverklaring vordert: de vordering tot nietigverklaring is gebaseerd op absolute weigeringsgronden van artikel 7 van verordening (EG) nr. 207/2009 van de Raad

Beslissing van de nietigheidsafdeling: afwijzing van de vordering tot nietigverklaring

Beslissing van de kamer van beroep: verwerping van het beroep

Aangevoerde middelen: schending van artikel 7 van verordening nr. 207/2009 van de Raad doordat de kamer van beroep (i) weliswaar terecht heeft erkend dat "Castell" voor wijn een erkende herkomstaanduiding is doch ten onrechte heeft geoordeeld dat het bestreden merk "CASTEL" merkbaar verschilt van "Castell" en daaruit heeft geconcludeerd dat het bestreden merk voor inschrijving in aanmerking kwam; (ii) heeft geoordeeld dat "CASTEL" in de wijnsector een gangbaar woord is om een "kasteel" aan te duiden en heeft verzuimd te concluderen dat "CASTEL" voor inschrijving in aanmerking kwam; schending van de artikelen 63, 64, 75 en 76 van verordening nr. 207/2009 van de Raad doordat de kamer van beroep niet terdege rekening heeft gehouden met de aangedragen feiten en aangevoerde middelen; schending van artikel 65 van verordening nr. 207/2009 van de Raad doordat de kamer van beroep ultra vires heeft beslist door haar beslissing te motiveren op grond van een "vreedzame coëxistentie" hoewel dit beginsel kennelijk geen rol speelt bij de inschrijving van een merk.

____________