Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Sofiyski gradski sad (Bulgarije) op 4 februari 2021 – Strafzaak tegen KT

(Zaak C-71/21)

Procestaal: Bulgaars

Verwijzende rechter

Sofiyski gradski sad

Gezochte persoon

KT

Prejudiciële vragen

Staan de bepalingen van artikel 1, leden 2 en 3, van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen betreffende de procedures voor overlevering tussen de lidstaten van de Europese Unie en IJsland en Noorwegen toe dat met het oog op strafvolging in dezelfde zaak een nieuw aanhoudingsbevel wordt uitgevaardigd tegen een persoon wiens overlevering door een lidstaat van de Europese Unie is geweigerd op grond van artikel 1, lid 3, van die overeenkomst junctis artikel 6 van het Verdrag betreffende de Europese Unie en artikel 8 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden?

Staan de bepalingen van artikel 1, lid 3, van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen betreffende de procedures voor overlevering tussen de lidstaten van de Europese Unie en IJsland en Noorwegen, artikel 21, lid 1, en artikel 67, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en artikel 6 en artikel 45, lid 1, van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie toe dat een lidstaat die wordt verzocht om tenuitvoerlegging van een aanhoudingsbevel in een geval waarin een andere lidstaat heeft geweigerd dezelfde persoon over te leveren met het oog op strafvervolging in dezelfde zaak, een nieuwe beslissing neemt nadat de gezochte persoon heeft gebruikgemaakt van zijn recht van vrij verkeer en zich van de staat waar de overlevering is geweigerd heeft begeven naar de staat waaraan het nieuwe aanhoudingsbevel is gericht?

____________