BESCHIKKING VAN DE PRESIDENT
VAN DE ACHTSTE KAMER VAN HET GERECHT
24 februari 2009 (*)
„Doorhaling”
In zaak T-236/08,
Hoofdproductschap Akkerbouw (HPA), gevestigd te Den Haag (Nederland), vertegenwoordigd door R.J.M. van den Tweel, advocaat,
verzoekende partij,
ondersteund door
Koninkrijk Spanje, vertegenwoordigd door N. Díaz Abad, als gemachtigde,
interveniërende partij,
tegen
Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door T. van Rijn en B. Burggraaf, als gemachtigden,
verwerende partij,
Betreffende een verzoek tot nietigverklaring van de Beschikking van 19 december 2006, kenmerk C (2006)7093/06, inzake de invordering van schuldvordering nr. 3240206544 die hoofdelijk ten laste komt van de leden van het Europese Economische Samenwerkingsverband (EESV) “Euroterroirs”, in het kader van project nr. 93.EU.06.002 inzake een inventariserende studie over het Europese erfgoed van typische en regionale landbouw- en voedingsproducten.
1 Bij op 21 januari 2009 ter griffie van het Gerecht neergelegde brief heeft de verzoekende partij het Gerecht overeenkomstig artikel 99 van het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht laten weten dat zij afstand doet van instantie. Zij heeft zich niet uitgesproken over de proceskosten.
2 Bij op 3 februari 2009 ter griffie van het Gerecht neergelegde brief heeft de verwerende partij het Gerecht laten weten dat zij ten aanzien van de afstand van instantie geen opmerkingen heeft. De Commissie heeft wel verzocht verzoekende partij, overeenkomstig artikel 87, vijfde lid, van het Reglement voor de procesvoering, in de proceskosten te veroordelen.
3 Bij op 5 februari 2009 ter griffie van het Gerecht neergelegde brief heeft interveniërende partij het Gerecht laten weten dat zij akkoord gaat met de afstand van instantie. Zij heeft zich niet uitgesproken over de proceskosten.
4 Volgens artikel 87, lid 5, eerste alinea van het Reglement voor de procesvoering, wordt de partij die afstand doet van instantie, in de proceskosten veroordeeld, voor zover dit door de wederpartij in haar opmerkingen over de afstand van instantie is gevorderd. Volgens artikel 87, lid 4, eerste alinea van het Reglement voor de procesvoering, dragen de lidstaten die in het geding zijn tussengekomen hun eigen kosten.
5 Derhalve dient de zaak te worden doorgehaald in het register en dient de verzoekende partij te worden veroordeeld in de eigen proceskosten, alsook in die van verwerende partij. Interveniërende partij dient haar eigen kosten te dragen.
DE PRESIDENT VAN DE ACHTSTE KAMER VAN HET GERECHT
beschikt:
1) Zaak T-236/08 wordt doorgehaald in het register van het Gerecht.
2) De verzoekende partij zal de eigen proceskosten dragen, alsook die van verwerende partij.
3) De interveniërende partij zal haar eigen kosten dragen.
Luxemburg, 24 februari 2009.
De griffier | | De president van de achtste kamer |
E. Coulon | | M. E. Martins Ribeiro |