Language of document :

Beroep ingesteld op 30 september 2008 - Agapiou Joséphidès / Commissie en Uitvoerend Agentschap Onderwijs, audiovisuele media en cultuur

(Zaak T-439/08)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: Kalliope Agapiou Joséphidès (Nicosia, Cyprus) (vertegenwoordiger: C. Joséphidès, advocaat)

Verwerende partijen: Commissie van de Europese Gemeenschappen en Uitvoerend Agentschap Onderwijs, audiovisuele media en cultuur

Conclusies

nietig verklaren het besluit van het Uitvoerend Agentschap Onderwijs, audiovisuele media en cultuur (hierna: "Agentschap") van 1 augustus 2008, waarbij het Agentschap, handelend onder toezicht van de Commissie, verzoekster de - door haar bij brief van 3 maart 2008 gevraagde - toegang weigert tot bepaalde documenten van dossier nr. 07/0122 inzake de toekenning van een Jean Monnet-expertisecentrum aan de Universiteit van Cyprus;

nietig verklaren beschikking C(2007) 3749 van de Commissie van 8 augustus 2008 inzake de individuele beschikking tot toekenning van subsidies in het kader van het programma inzake een leven lang leren, onderprogramma Jean Monnet;

het Agentschap en de Commissie verwijzen in de kosten die verzoekster in het kader van de onderhavige procedure heeft gemaakt.

Middelen en voornaamste argumenten

Met het onderhavige beroep vraagt verzoekster om nietigverklaring van het besluit van het Uitvoerend Agentschap Onderwijs, audiovisuele media en cultuur van 1 augustus 2008, waarbij haar de toegang is geweigerd tot documenten inzake de toekenning van een Jean Monnet-expertisecentrum aan de Universiteit van Cyprus en van beschikking C(2007) 3749 van de Commissie van 8 augustus 2008 inzake een individuele beschikking tot toekenning van subsidies in het kader van het programma inzake een leven lang leren, onderprogramma Jean Monnet, voor zover zij de Universiteit van Cyprus aanbeveelt voor de toekenning van een subsidie voor de oprichting van een Jean Monnet-expertisecentrum.

Ter onderbouwing van haar beroep tot nietigverklaring van het besluit van het Agentschap van 1 augustus 2008 betoogt verzoekster dat het Agentschap inbreuk heeft gemaakt op haar persoonlijke recht, zoals dit met name voortvloeit uit het in de artikelen 1, tweede alinea, EU en 6 EU, artikel 255 EG en het Handvest van de grondrechten van de EU neergelegde transparantiebeginsel, om tot bepaalde documenten toegang te hebben, aangezien haar naam door derden (de Universiteit van Cyprus) in een administratief kandidaatstellingsdossier is gebruikt teneinde daar voordeel uit te halen, zonder dat zij daarmee had ingestemd. Verzoekster beweert in die omstandigheden de exacte inhoud en/of de juistheid van de persoonsgegevens alsmede het doel en de context van het gebruik daarvan te mogen verifiëren.

Bovendien voert zij aan dat de directeur van het Agentschap niet bevoegd is om over haar confirmatief verzoek om toegang tot de documenten uitspraak te doen, en dat het besluit van 1 augustus 2008 in strijd met verordening nr. 1049/20011 en met het reglement van orde van de Commissie is vastgesteld.

Mocht het Gerecht oordelen dat de directeur van het Agentschap bevoegd was om het bestreden besluit vast te stellen, betoogt verzoekster dat dit in strijd met diverse bepalingen van verordening nr. 1049/2001, met name de artikelen 7,lid 1, 8, lid 1, en 15, lid 1, is vastgesteld. Volgens verzoekster heeft het Agentschap tevens diverse andere bepalingen van dezelfde verordening, met name artikel 4, leden 4, 5, 1, sub b, en 2, onjuist uitgelegd, en heeft zij het transparantiebeginsel en het begrip hoger algemeen belang onjuist toegepast. Verzoekster beroept zich ook op een middel inzake een gebrek aan motivering van het bestreden besluit.

Ter onderbouwing van haar beroep tot nietigverklaring van beschikking C(2007) 3749 van de Commissie van 8 augustus 2008 betoogt verzoekster dat de Commissie onrechtmatig heeft gehandeld door niet na te gaan of verzoekster ermee had ingestemd dat haar persoonsgegevens in het door de Universiteit van Cyprus bij de Commissie ingediende kandidaatstellingsformulier stonden. Volgens verzoekster had de Commissie een inhoudelijke onregelmatigheid in het ingediende project moeten vaststellen en haar beschikking moeten herroepen of andere noodzakelijke maatregelen moeten nemen.

Verzoekster betoogt ook dat de Commissie onjuist heeft beoordeeld of de kandidaatstelling van de Universiteit van Cyprus voldeed aan de criteria om in aanmerking te komen.

____________

1 - Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PB L 145, blz. 43).