Language of document : ECLI:EU:T:2009:61

Zaak T‑68/05

Aker Warnow Werft GmbH en Kvaerner ASA

tegen

Commissie van de Europese Gemeenschappen

„Staatssteun – Scheepsbouw – Voormalige Duitse Democratische Republiek – Steun uitgekeerd ter dekking van verliezen in verband met scheepsbouwcontracten – Concurrentiesteun – Geen te hoge uitkering”

Samenvatting van het arrest

Steunmaatregelen van de staten – Verbod – Afwijkingen – Steunverlening aan scheepsbouw

(Richtlijn 90/684 van de Raad, art. 4, lid 1)

Artikel 4, lid 1, van richtlijn 90/684 betreffende steunverlening aan de scheepsbouw, bepaalt dat „productiesteun ten behoeve van de [scheepswerven] [...] als verenigbaar met de gemeenschappelijke markt [kan] worden beschouwd, mits het totale bedrag van de steun voor een bepaald [scheepsbouw‑ en scheepsverbouwings]contract in subsidie-equivalent niet meer bedraagt dan een gemeenschappelijk steunplafond, uitgedrukt in een percentage van de waarde van het contract vóór de steun”.

Steun ter dekking van de verliezen in verband met scheepsbouwcontracten en concurrentiesteun vallen beide onder de categorie bedrijfssteun in de zin van artikel 4, lid 1, van richtlijn 90/684.

De Commissie maakt een kennelijke beoordelingsfout in een besluit waarin zij vaststelt dat concurrentiesteun moest worden geboekt als steun die de begunstigde alleen ter dekking van de verliezen in verband met scheepsbouwcontracten was verleend, terwijl zij in een eerste besluit onderscheid had gemaakt tussen deze steunvormen, en zich daarbij op het standpunt had gesteld dat die voor een verschillend doel moesten worden gebruikt, namelijk enerzijds voor het compenseren van de gebrekkige concurrentiekracht van de begunstigde, en anderzijds voor het dekken van de verliezen in verband met die contracten.

(cf. punten 2, 56, 59-60, 69)