Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Administrativen sad Varna (Bulgarije) op 11 juli 2023 – NARE-BG EOOD / Direktor na Direktsia „Obzhalvane i danachno-osiguritelna praktika” Varna pri Tsentralno Upravlenie na Natsionalnata Agentsia za Prihodite

(Zaak C-429/23, NARE-BG)

Procestaal: Bulgaars

Verwijzende rechter

Administrativen sad Varna

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: NARE-BG EOOD

Verwerende partij: Direktor na Direktsia „Obzhalvane i danachno-osiguritelna praktika” Varna pri Tsentralno Upravlenie na Natsionalnata Agentsia za Prihodite

Prejudiciële vragen

Heeft een vervaltermijn als die welke in het hoofdgeding aan de orde is – tegen de achtergrond van de bij wet ingevoerde maatregelen om de epidemie in te dammen, waaronder het opleggen van bestuursrechtelijke maatregelen om het verlaten van de woning en de bewegingsvrijheid in plaatsen te beperken, het contact met andere personen te beperken en winkels te sluiten, waarbij in het kader van die maatregelen ter indamming van de epidemie de termijnen voor de aangifte en de betaling van belastingschulden overeenkomstig de Zakon za korporativnoto podohodno oblagane (wet op de vennootschapsbelasting) (die de termijnen voor de aangifte en de betaling van inkomstenbelastingen naar nationaal recht regelt) zijn verlengd – tot gevolg dat de uitoefening van het recht op aftrek van voorbelasting door de belastingplichtigen tijdens de periode waarin de maatregelen ter indamming van de epidemie gelden, in de praktijk onmogelijk of uiterst moeilijk wordt gemaakt, en zijn vanuit dit oogpunt nationale regelingen en praktijken van de belastingdienst als die welke in het hoofdgeding aan de orde zijn, verenigbaar met artikel 184 juncto artikel 186 van richtlijn 2006/112/EG1 van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (hierna: „btw-richtlijn”), in het licht van het bij deze richtlijn ingevoerde beginsel van fiscale neutraliteit en de Unierechtelijke beginselen van gelijkwaardigheid en doeltreffendheid (arrest van 8 mei 2008, Ecotrade, C-95/07 en C-96/072 , EU:C:2008:267)?

Is in de omstandigheden van de onderhavige zaak, in het licht van de in de Zakon za danak varhu dobavenata stoynost (wet op de belasting over de toegevoegde waarde; hierna: „ZDDS”) opgenomen mogelijkheid om de opgegeven gegevens te corrigeren door een btw-aangifte overeenkomstig de ZDDS, krachtens artikel 184 juncto artikel 186 van de btw-richtlijn een praktijk van de belastingdienst toelaatbaar waarbij een belastingplichtige het recht op aftrek van voorbelasting wordt ontzegd op grond dat de btw werd opgegeven in een regularisatieaangifte die werd ingediend om de gegevens te corrigeren voor het laatste belastingtijdvak van de vervaltermijn (twaalf maanden) voor de uitoefening van het recht op aftrek van voorbelasting over leveringen die de belastingplichtige vóór zijn registratie volgens de ZDDS heeft ontvangen, voor zover de transacties niet verborgen waren gehouden, de gegevens over de uitvoering ervan waren opgenomen in de boekhouding van verzoekster, de belastingdienst over de noodzakelijke informatie beschikte en er geen aanwijzingen waren dat de begroting schade had geleden?

____________

1 PB 2006, L 347, blz. 1.

1 EU:C:2008:67.