Language of document :

Beschikking van het Gerecht van 12 oktober 2023 – Thunus e.a. / EIB

(Zaak T-799/22)1

(„Ambtenarenrecht – Personeel van de EIB – Bezoldiging – Jaarlijkse aanpassing van de salarissen – Exceptie van onwettigheid – Gezag van gewijsde – Gewettigd vertrouwen – Raadpleging van het personeel – Motiveringsplicht – Zorgvuldigheidsplicht – Beroep kennelijk rechtens ongegrond”)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partijen: Vincent Thunus (Contern, Luxemburg) en acht andere verzoekende partijen, waarvan de namen zijn opgenomen in de bijlage bij de beschikking (vertegenwoordiger: L. Levi, advocaat)

Verwerende partij: Europese Investeringsbank (vertegenwoordigers: T. Gilliams, A. García Sánchez en E. Manoukian, gemachtigden, bijgestaan door P.-E. Partsch, advocaat)

Voorwerp

Met hun beroep krachtens artikel 270 VWEU en artikel 50 bis van het Statuut van het Hof van Justitie van de Europese Unie vorderen verzoekers, ten eerste, nietigverklaring van de besluiten van de Europese Investeringsbank (EIB), als vervat in hun loonstroken van februari of april 2022 en later, waarbij de jaarlijkse aanpassing van het basissalaris over 2022 is beperkt tot 0,9 % en, ten tweede, vergoeding van de materiële schade die zij door deze besluiten hebben geleden.

Dictum

Het beroep wordt kennelijk rechtens ongegrond verklaard.

Vincent Thunus en de andere verzoekende partijen, waarvan de namen zijn opgenomen in de bijlage bij deze beschikking dragen hun eigen kosten en de kosten van de Europese Investeringsbank (EIB).

____________

1     PB C 71 van 27.2.2023.