Language of document :

Beroep ingesteld op 17 februari 2012 - Einhell Germany en andere / Commissie

(Zaak T-73/12)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Einhell Germany AG (Landau an der Isar, Duitsland), Hans Einhell Nederlands BV (Breda, Nederland), Einhell France SAS (Villepinte, Frankrijk) en Hans Einhell Oesterreich GmbH (Wenen, Oostenrijk) (vertegenwoordiger: R. MacLean, Solicitor)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

De verzoekende partij verzoekt het Gerecht:

het beroep ontvankelijk te verklaren;

artikel 1 van de beschikkingen C (2011) 8831 def., C (2011) 8825 def., C (2011) 8828 def. en C (2011) 8810 def. van de Commissie 6 december 2011 nietig te verklaren voor zover daarbij slechts gedeeltelijke terugbetaling wordt toegekend van de antidumpingrechten die verzoeksters over de invoer van in China vervaardigde compressoren hebben voldaan op grond van verordening (EG) nr. 261/2008 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op bepaalde compressoren van oorsprong uit de Volksrepubliek China (PB 2008, L 81, blz. 1);

te gelasten dat de bestreden beschikkingen van kracht blijven totdat de Europese Commissie de maatregelen heeft getroffen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het door het Gerecht te wijzen arrest;

verweerster te verwijzen in de kosten van de procedure als naar recht.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van hun beroep voeren verzoeksters twee middelen aan.

Eerste middel: verweerster heeft een kennelijke beoordelingsfout gemaakt door de passende en redelijke winstmarge van een onafhankelijke EU-importeur toe te passen ter vaststelling van de herziene dumpingmarge voor de betrokken importen en geen betrouwbare uitvoerprijs van een onafhankelijke leverancier vast te stellen bij de berekening van de terug te betalen antidumpingrechten, hetgeen een schending van de artikelen 2, lid 9, en 18, lid 3, van verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad oplevert.

Tweede middel: verweerster heeft een kennelijke beoordelingsfout gemaakt door de antidumpingrechten als een kostenfactor in mindering te brengen bij de berekening van de uitvoerprijs van een onafhankelijke leverancier en daardoor geen betrouwbare dumpingmarge vast te stellen voor de berekening van de herziene dumpingmarge en van terug te betalen antidumpingrechten, hetgeen een schending van de artikelen 2, leden 9 en 11, en 11, lid 10, van verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad oplevert.

____________

1 - Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad van 30 november 2009 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (PB 2009, L 343, blz. 51).