Language of document :

Beroep ingesteld op 30 november 2011 - Beifa Group/BHIM - Schwan-Stabilo Schwanhäußer (Schrijfinstrumenten)

(Zaak T-608/11)

Taal van het verzoekschrift: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Beifa Group Co. Ltd (voorheen Ningbo Beifa Group Co. Ltd) (Zhejiang, China) (vertegenwoordigers: R. Davis, Barrister, en N. Cordell, Solicitor)

Verwerende partij: Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen)

Andere partij voor de kamer van beroep: Schwan-Stabilo Schwanhäußer GmbH & Co. KG (Heroldsberg, Duitsland)

Conclusies

de beslissing van de derde kamer van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) van 9 augustus 2011 in zaak R 1838/2010-3 vernietigen, en

het Bureau verwijzen in zijn eigen kosten en in die van verzoekster

Middelen en voornaamste argumenten

Ingeschreven gemeenschapsmodel waarvan nietigverklaring wordt gevorderd: model voor de waar "schrijfinstrumenten" - ingeschreven gemeenschapsmodel nr. 352315-0007

Houder van het gemeenschapsmodel: verzoekster

Partij die nietigverklaring van het gemeenschapsmodel vordert: andere partij in de procedure voor de kamer van beroep

Motvering van de vordering tot nietigverklaring: Duitse merkinschrijving nr. 30045470.8 van een beeldmerk dat een schrijfinstrument weergeeft, voor waren van klasse 16; Duitse merkinschrijving nr. 936051 van een beeldmerk dat een schrijfinstrument weergeeft, voor waren van klasse 16; Duitse merkinschrijving nr. 2911311 van een driedimensionaal merk dat een schrijfinstrument weergeeft, voor waren van klasse 16; internationale merkinschrijving nr. 936051 van een beeldmerk dat een schrijfinstrument weergeeft, voor waren van klasse 16; internationale merkinschrijving nr. 418036 van een beeldmerk dat een schrijfinstrument weergeeft, voor waren van klasse 16

Beslissing van de nietigheidsafdeling: nietigverklaring van het bestreden gemeenschapsmodel

Beslissing van de kamer van beroep: verwerping van het beroep

Aangevoerde middelen: schending van artikel 61, lid 6, van verordening (EG) nr. 6/2002 van de Raad, aangezien de kamer van beroep een ongeoorloofd heronderzoek heeft verricht. Schending van artikel 62 van verordening nr. 6/2002, aangezien de kamer van beroep (i) de grondbeginselen van dit artikel heeft geschonden door de wijze waarop het de maatregelen heeft toegepast die noodzakelijk waren om aan de beslissing van het Gerecht te voldoen, en (ii) het criteria ten onrechte heeft toegepast voor zowel artikel 25, lid 1, sub b, als artikel 25, lid 1, sub e, van deze verordening. Schending van artikel 25, lid 1, sub e, van verordening nr. 6/2002, aangezien de kamer van beroep (i) een onjuist criterium heeft toegepast om te bepalen of er sprake was van het vereiste "gebruik" van het merk in het ingeschreven gemeenschapsmodel, (ii) niet heeft onderzocht of de merken waren gebruikt, als bestanddeel van zowel artikel 25, lid 1, sub e, van deze verordening als het Duitse recht, en (iii) het criterium om het gebruik te mogen verbieden, onjuist heeft toegepast. Schending van artikel 25, lid 1, sub b, van verordening nr. 6/2002, aangezien de kamer van beroep de kenmerken van de geïnformeerde gebruiker en de wijze waarop en de methode waarmee de algemene indruk moet worden beoordeeld, onjuist heeft beoordeeld.

____________