Language of document : ECLI:EU:T:2014:561





Beschikking van de president van het Gerecht van 10 juni 2014 – Schmiedewerke Gröditz/Commissie

(Zaak T‑179/14 R)

„Kort geding – Staatssteun – Nationale steun voor de productie van hernieuwbare elektriciteit – Besluit van de Commissie tot inleiding van de formele onderzoeksprocedure inzake steunmaatregelen – Verzoek tot opschorting van de tenuitvoerlegging – Spoedeisendheid – Fumus boni juris”

1.                     Kort geding – Opschorting van tenuitvoerlegging – Voorwaarden voor toekenning – Spoedeisendheid – Ernstige en onherstelbare schade – Bewijslast – Financiële schade – Situatie waarin het voortbestaan van de verzoekende vennootschap in gevaar komt – Beoordeling met inaanmerkingneming van de situatie van de groep waartoe de onderneming behoort en het aandeelhouderschap ervan – Openbaar belang bij de uitvoering van de besluiten van de instellingen van de Unie dat het particulier belang van de vennootschappen die tot de groep behoren, overstijgt – Rechtsonbekwaamheid van de groep om financiële steun te verlenen – Geen (Art. 278 VWEU) (cf. punten 18‑21, 27‑33)

2.                     Kort geding – Voorwaarden voor ontvankelijkheid – Verzoekschrift – Vormvereisten – Uiteenzetting van de middelen op grond waarvan de toekenning van de gevorderde maatregelen aanvankelijk gerechtvaardigd voorkomt – Indiening van een aanvullende memorie om gebreken te verhelpen – Onverenigbaarheid met de kortgedingprocedure (Art. 278 VWEU en 279 VWEU; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 104, lid 2, en 109) (cf. punten 22‑24)

3.                     Kort geding – Opschorting van tenuitvoerlegging – Voorwaarden voor toekenning – Fumus boni juris – Onderzoek prima facie van de middelen aangevoerd ter ondersteuning van het beroep in de hoofdzaak – Beroep tegen een besluit van de Commissie tot inleiding van een formele onderzoeksprocedure inzake een overheidsmaatregel waarbij deze voorlopig als nieuwe steun wordt aangemerkt – Niet-nakoming van de motiveringsplicht – Geen op het eerste gezicht (Art. 108, lid 2, VWEU, 278 VWEU en 296, lid 2, VWEU; verordening nr. 659/1999 van de Raad, art. 6, lid 1) (cf. punten 38, 39)

4.                     Kort geding – Opschorting van tenuitvoerlegging – Voorwaarden voor toekenning – Fumus boni juris – Onderzoek prima facie van de middelen aangevoerd ter ondersteuning van het beroep in de hoofdzaak – Beroep tegen een besluit van de Commissie tot inleiding van een formele onderzoeksprocedure inzake een overheidsmaatregel waarbij deze voorlopig als nieuwe steun wordt aangemerkt – Ernstige twijfel omtrent het niet-bestaan van met de gemeenschappelijke markt onverenigbare staatssteun – Rechterlijke toetsing – Noodzaak voor verzoeker om een kennelijke beoordelingsfout aan te tonen (Art. 108, lid 2, VWEU en 278 VWEU; verordening nr. 659/1999 van de Raad, art. 6 en 7) (cf. punten 44‑50)

5.                     Kort geding – Opschorting van tenuitvoerlegging – Voorwaarden voor toekenning – Fumus boni juris – Onderzoek prima facie van de middelen aangevoerd ter ondersteuning van het beroep in de hoofdzaak – Beroep tegen een besluit van de Commissie tot inleiding van een formele onderzoeksprocedure inzake een overheidsmaatregel waarbij deze voorlopig als nieuwe steun wordt aangemerkt – Maatregel waarbij voor grote energieverbruikers een bovengrens aan een heffing over het elektriciteitsverbruik wordt vastgesteld – Voorlopige kwalificatie als selectieve maatregel – Kennelijke beoordelingsfout van de Commissie – Geen op het eerste gezicht (Art. 107, lid 1, VWEU, 108, lid 2, VWEU en 278 VWEU) (cf. punten 56, 57)

6.                     Kort geding – Opschorting van tenuitvoerlegging – Voorwaarden voor toekenning – Fumus boni juris – Onderzoek prima facie van de middelen aangevoerd ter ondersteuning van het beroep in de hoofdzaak – Beroep tegen een besluit van de Commissie tot inleiding van een formele onderzoeksprocedure inzake een overheidsmaatregel waarbij deze voorlopig als nieuwe steun wordt aangemerkt – Maatregel ter compensatie van de structurele nadelen die in een andere lidstaat gevestigde ondernemingen ondervinden – Voorlopige kwalificatie als maatregel die een voordeel toekent en het handelsverkeer tussen de lidstaten ongunstig kan beïnvloeden – Kennelijke beoordelingsfout van de Commissie – Geen op het eerste gezicht (Art. 107, lid 1, VWEU, 108, lid 2, VWEU en 278 VWEU) (cf. punten 58‑63)

7.                     Kort geding – Opschorting van tenuitvoerlegging – Voorwaarden voor toekenning – Fumus boni juris – Onderzoek prima facie van de middelen aangevoerd ter ondersteuning van het beroep in de hoofdzaak – Beroep tegen een besluit van de Commissie tot inleiding van een formele onderzoeksprocedure inzake een overheidsmaatregel waarbij deze voorlopig als nieuwe steun wordt aangemerkt – Maatregel waarbij een bovengrens aan een heffing over het elektriciteitsverbruik wordt vastgesteld – Terugvordering van de heffing volgens het eigen oordeel van de particuliere elektriciteitsleveranciers – Voorlopige kwalificatie als maatregel die een aan de staat toerekenbaar voordeel toekent – Kennelijke beoordelingsfout van de Commissie – Geen op het eerste gezicht (Art. 107, lid 1, VWEU, 108, lid 2, VWEU en 278 VWEU) (cf. punten 69‑77)

Voorwerp

Verzoek tot opschorting van de rechtsgevolgen van het besluit van de Commissie tot inleiding van een formele onderzoeksprocedure inzake steunmaatregelen met betrekking tot de Duitse wet inzake hernieuwbare energie

Dictum

1)

Het verzoek in kort geding wordt afgewezen.

2)

De beschikking van 7 april 2014, Schmiedewerke Gröditz/Commissie (T‑179/14 R) wordt vernietigd.

3)

De beslissing omtrent de kosten wordt aangehouden.