Language of document : ECLI:EU:T:2015:372

Zaak T‑514/13

AgriCapital Corp.

tegen

Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) (BHIM)

„Gemeenschapsmerk – Oppositieprocedure – Aanvraag voor gemeenschapswoordmerk AGRI.CAPITAL – Oudere gemeenschapswoordmerken AgriCapital en AGRICAPITAL – Relatieve weigeringsgrond – Geen soortgelijkheid van de diensten – Artikel 8, lid 1, onder b), van verordening (EG) nr. 207/2009”

Samenvatting – Arrest van het Gerecht (Achtste kamer) van 10 juni 2015

1.      Gemeenschapsmerk – Definitie en verkrijging van het gemeenschapsmerk – Relatieve weigeringsgronden – Oppositie door de houder van een gelijk of overeenstemmend ouder merk dat is ingeschreven voor dezelfde of soortgelijke waren of diensten – Gevaar voor verwarring met het oudere merk – Beoordelingscriteria

[Verordening nr. 207/2009 van de Raad, art. 8, lid 1, b)]

2.      Gemeenschapsmerk – Definitie en verkrijging van het gemeenschapsmerk – Relatieve weigeringsgronden – Oppositie door de houder van een gelijk of overeenstemmend ouder merk dat is ingeschreven voor dezelfde of soortgelijke waren of diensten – Gevaar voor verwarring met het oudere merk – Beoordeling van het verwarringsgevaar – Aandachtsniveau van het publiek

[Verordening nr. 207/2009 van de Raad, art. 8, lid 1, b)]

3.      Gemeenschapsmerk – Definitie en verkrijging van het gemeenschapsmerk – Relatieve weigeringsgronden – Oppositie door de houder van een gelijk of overeenstemmend ouder merk dat is ingeschreven voor dezelfde of soortgelijke waren of diensten – Gevaar voor verwarring met het oudere merk – Woordmerk AGRI.CAPITAL – Woordmerken AgriCapital en AGRICAPITAL

[Verordening nr. 207/2009 van de Raad, art. 8, lid 1, b)]

4.      Gemeenschapsmerk – Definitie en verkrijging van het gemeenschapsmerk – Relatieve weigeringsgronden – Oppositie door de houder van een gelijk of overeenstemmend ouder merk dat is ingeschreven voor dezelfde of soortgelijke waren of diensten – Soortgelijkheid van de betrokken waren of diensten – Beoordelingscriteria – Complementariteit van de waren of diensten

[Verordening nr. 207/2009 van de Raad, art. 8, lid 1, b)]

1.      Zie de tekst van de beslissing.

(cf. punten 22‑24, 74)

2.      Zie de tekst van de beslissing.

(cf. punt 26)

3.      Voor de gemiddelde consument van de Europese Unie bestaat er geen verwarringsgevaar in de zin van 8, lid 1, onder b), van verordening nr. 207/2009 inzake het gemeenschapsmerk, tussen het woordteken AGRI.CAPITAL, waarvan de inschrijving als gemeenschapsmerk is aangevraagd voor „diensten in verband met het beheer van en de bemiddeling bij onroerende goederen”, „diensten van een bouwheer” en „diensten inzake de ontwikkeling van gebruiksconcepten” die behoren tot klasse 36 in de zin van de Overeenkomst van Nice, en de woordmerken AgriCapital en AGRICAPITAL, die eerder waren ingeschreven als gemeenschapsmerken voor financiële diensten van dezelfde klasse van die Overeenkomst, aangezien de diensten waarop de oudere merken betrekking hebben en die waarop het aangevraagde merk betrekking heeft, niet soortgelijk zijn. Het feit dat de diensten niet soortgelijk zijn, kan in het kader van de beoordeling van het verwarringsgevaar niet worden gecompenseerd door de – zelfs hoge mate van – overeenstemming tussen de conflicterende merken.

(cf. punten 27, 28, 70, 75, 76)

4.      Waren of diensten zijn complementair wanneer zij dermate onderling verbonden zijn dat de ene onontbeerlijk of belangrijk is voor het gebruik van de andere, zodat de consument kan denken dat de verantwoordelijkheid voor de vervaardiging van deze waren of het verrichten van deze diensten in handen is van een en dezelfde onderneming. Dat impliceert dat complementaire diensten samen kunnen worden gebruikt, hetgeen vooronderstelt dat zij tot hetzelfde publiek gericht zijn.

(cf. punten 58, 59)