Language of document :

Beroep ingesteld op 30 september 2008 - SIAE / Commissie

(Zaak T-433/08)

Procestaal: Italiaans

Partijen

Verzoekende partij: Società Italiana degli Autori ed Editori - SIAE (Rome, Italië) (vertegenwoordigers: M. Siragusa, M. Mandel, L. Vullo en S. Valentino, advocaten)

Verwerende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen

Conclusies

Nietigverklaring van de artikelen 3 en 4, lid 2, van de beschikking.

Verwijzing van de Commissie in de proceskosten van verzoekster.

Het nemen van alle door het Gerecht dienstig geachte maatregelen, instructiemaatregelen daaronder begrepen.

Middelen en voornaamste argumenten

De beschikking waartegen het onderhavige beroep is gericht, is dezelfde als die in zaak T-392/08, AEPI/Commissie.

Verzoekster voert voor haar beroep vijf middelen aan.

Met haar eerste middel stelt verzoekster schending en verkeerde toepassing van artikel 81 EG, alsmede ontoereikend onderzoek, doordat in de beschikking het bestaan van een onderling afgestemde feitelijke gedraging wordt vastgesteld, terwijl daarvoor geen ander bewijs wordt aangevoerd dan de omstandigheid dat in veel wederkerige vertegenwoordigingsovereenkomsten de bevoegdheid tot het verlenen van licenties wordt beperkt tot het grondgebied waarop de andere partij actief is. De Commissie ziet er daarbij aan voorbij dat veel muziekauteursrechtenorganisaties feitelijk van mening zijn dat zij de rechten van hun leden het best kunnen garanderen door hun repertoire onder te brengen bij die organisaties die hun een doeltreffende auteursrechtenbescherming kunnen verzekeren, en het is zonder meer duidelijk dat juist organisaties die geworteld zijn in het grondgebied, aan die eisen volledig kunnen voldoen.

Met het tweede middel stelt verzoekster schending en verkeerde toepassing van artikel 81 EG alsmede onlogische motivering van de beschikking, gelet op het feit dat de Commissie bij haar poging om de haalbaarheid van het beheer van multiterritoriale licenties voor de verspreiding van muziek via satelliet, kabel en internet aan te tonen, uiteindelijk bewijst dat er geen sprake is van parallelgedrag van de muziekauteursrechtenorganisaties. De beschuldiging van de Commissie wordt immers reeds ontkracht door de voorbeelden die zij zelf geeft van de verlening door de beheersorganisaties van toestemming die ruimer is dan het grondgebied waarop één enkele organisatie actief is.

Met het derde middel stelt verzoekster schending en verkeerde toepassing van artikel 81 EG doordat, zelfs ingeval de Commissie het bestaan van een onderling afgestemde gedraging zou aantonen (quod non), deze gedraging geen beperkend effect op de mededinging heeft, aangezien de territoriale afbakeningen het noodzakelijk complement vormen van de exclusieve rechten van de auteurs.

Met het vierde middel stelt verzoekster schending door de Commissie van het recht van hoor en wederhoor en schending van artikel 253 EG wegens ontoereikende motivering, gelet op het feit dat de Commissie de organisaties niet in kennis heeft gesteld van de essentiële feiten waarop zij zich heeft gebaseerd bij haar beslising om, na onderzoek van de markt, de door SIAE voorgestelde verplichtingen niet te aanvaarden.

Met het vijfde middel stelt verzoekster schending van artikel 253 EG wegens ontoereikende motivering, schending van het evenredigheidsbeginsel en het rechtszekerheidsbeginsel, tegenstrijdigheid en gebrekkige logica van de bij artikel 4, lid 2, van de beschikking voorgeschreven maatregelen. Daar absoluut onduidelijk is wat moet worden verstaan onder de "herziening" die van de beheersorganisaties wordt verlangd, brengt dit SIAE ten onrechte in een situatie van onzekerheid welke maatregelen door de Commissie toereikend zullen worden bevonden om aan de beweerde onderling afgestemde gedraging een einde te maken. Aangezien de Commissie voorts uitdrukkelijk erkent dat de beperking van de toestemming tot het grondgebied van de andere organisatie geen concurrentiebeperking is, is het in kennelijke tegenspraak met dit uitgangspunt om aan de beheersorganisaties op te dragen, in alle gevallen waarin zij toestemming geven voor verspreiding via satelliet, kabel en internet, de territoriale afbakening bilateraal te herzien, en vervolgens aan de Commissie afschriften over te leggen van de herziening van al deze wederkerige vertegenwoordigingsovereenkomsten. Daarbij komt dat, aangezien de Commissie een "bilaterale" herziening van de territoriale afbakeningen verlangt, de volledige naleving door SIAE van artikel 4, lid 2, van de beschikking hoe dan ook buiten het beslissingsbereik van SIAE valt, daar deze tevens afhangt van de autonome onderhandelingen van de andere 23 beheersorganisaties.

____________