Language of document :

Beroep ingesteld op 16 oktober 2007 - Doumas / Commissie

(Zaak F-112/07)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: Georgios Doumas (Brussel, België) (vertegenwoordigers: S. Orlandi, A. Coolen, J.-N. Louis en E. Marchal, advocaten)

Verwerende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen

Conclusies

nietig te verklaren het besluit tot afwijzing van verzoekers verzoek van 24 november 2006;

de Europese Commissie te gelasten verzoeker als vergoeding voor zijn materiële schade de bezoldiging te betalen die hij van 1 november 2003 tot 16 september 2007, de dag van zijn daadwerkelijke herplaatsing, had moeten ontvangen;

de Commissie te gelasten, behoudens vermeerdering of vermindering in de loop van het geding, aan verzoeker 200 000 EUR te betalen voor de schade die hij lijdt wegens een langzame loopbaan en voor het missen van een kans op ontwikkeling van zijn loopbaan (bevordering, salaristrap, pensioenregeling...), alsmede uit hoofde van morele schade, met name zijn verslechterde gezondheidstoestand wegens de onzekerheid over de ontwikkeling van zijn loopbaan waarin hij zich al drie jaar lang bevindt als gevolg van de fouten van het tot aanstelling bevoegd gezag (TABG);

de Commissie te verwijzen in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Verzoeker, ambtenaar van rang A5, salaristrap 03, gaf bij e-mail van 1 augustus 2003, drie maanden vóór het einde van zijn verlof om redenen van persoonlijke aard (CCP), dat van 1 oktober 2002 tot en met 31 oktober 2003 liep, te kennen dat hij geen verlenging van zijn CCP wenste te vragen. Op 24 november 2006 heeft hij zich tot het TABG gewend met een verzoek strekkende tot enerzijds herplaatsing bij de eerste vacature in een ambt dat met zijn rang overeenkomt, en anderzijds vergoeding van de schade die hij wegens de niet-herplaatsing heeft geleden, doordat als gevolg van de fouten van de Commissie die herplaatsing in de functie van administrateur pas vanaf 16 september 2007 mogelijk was geweest.

Tot staving van zijn beroep beroept verzoeker zich met name op schending van artikel 40 Ambtenarenstatuut, de artikelen 4 en volgende van het besluit van de Commissie van 5 september 1988, die op het eind van zijn CCP van toepassing zijn, en artikel 8 van het besluit van de Commissie van 28 april 2004 inzake het CCP dat op 1 mei 2004 in werking is getreden.

Verzoeker voert bovendien aan dat het besluit van de Commissie om hem niet te herplaatsen totaal niet is gemotiveerd.

Verzoeker betoogt met name dat het steeds weer maken van die fouten, die hem aanzienlijke schade berokkenen, psychisch geweld in de zin van artikel 12 bis Ambtenarenstatuut vormt.

Verzoeker stelt ten slotte vast dat de Commissie artikel 40, lid 4, Ambtenarenstatuut, namelijk het beginsel van behoorlijk bestuur, heeft geschonden.

____________