Language of document : ECLI:EU:T:2014:606





Arrest van het Gerecht (Zevende kamer) van 3 juli 2014 – Sorinet Commercial Trust Bankers/Raad

(Zaak T‑157/13)

„Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid – Beperkende maatregelen ten aanzien van Iran ter voorkoming van nucleaire proliferatie – Bevriezing van tegoeden – Beroep tot nietigverklaring – Beroepstermijn – Termijn voor aanpassing van de conclusies – Ontvankelijkheid –Motiveringsplicht – Beoordelingsfout – Werking in de tijd van de gevolgen van nietigverklaring”

1.                     Beroep tot nietigverklaring – Termijnen – Aanvang – Handeling met beperkende maatregelen ten aanzien van een persoon of entiteit – Handeling die is gepubliceerd en aan de adressaten is meegedeeld – Datum van mededeling van de handeling – Mededeling aan de betrokkene via publicatie in het Publicatieblad van de Europese Unie – Termijn die ingaat op de veertiende dag na deze publicatie (Art. 263, zesde alinea, VWEU; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 102, lid 1; besluit 2010/413/GBVB van de Raad, art. 24, lid 3; verordening nr. 267/2012 van de Raad, art. 46, lid 3) (cf. punten 34‑49)

2.                     Gerechtelijke procedure – Besluit of verordening waarbij de bestreden handeling in de loop van het geding wordt vervangen – Nieuw gegeven – Verzoek tot verruiming van de oorspronkelijke vorderingen en middelen – Termijn voor indiening van een dergelijk verzoek – Aanvang – Datum van mededeling van de nieuwe handeling aan de betrokkenen (Art. 263, zesde alinea, VWEU; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 102, lid 1; besluit 2013/270/GBVB van de Raad; verordening nr. 522/2013 van de Raad) (cf. punten 51‑55)

3.                     Europese Unie – Rechterlijk toezicht op rechtmatigheid van handelingen van instellingen – Beperkende maatregelen ten aanzien van Iran – Maatregelen ter bestrijding van nucleaire proliferatie – Omvang van het toezicht – Beoordeling van de rechtmatigheid aan de hand van de gegevens die beschikbaar waren op het tijdstip van de vaststelling van het besluit (Art. 263 VWEU en 296 VWEU; Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, art. 47; besluit 2013/270/GBVB van de Raad; verordening nr. 522/2013 van de Raad) (cf. punten 61, 62, 64, 74)

4.                     Recht van de Europese Unie – Beginselen – Rechten van de verdediging – Recht op effectieve rechterlijke bescherming – Beperkende maatregelen ten aanzien van Iran – Bevriezing van tegoeden van personen, entiteiten of lichamen die zich bezighouden met of medewerking verlenen aan nucleaire proliferatie – Verplichting tot mededeling van nieuwe elementen à charge – Omvang (Besluit 2013/270/GBVB van de Raad; verordening nr. 522/2013 van de Raad) (cf. punten 64, 65, 68‑74)

5.                     Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid – Beperkende maatregelen ten aanzien van Iran – Bevriezing van tegoeden van personen, entiteiten of lichamen die zich bezighouden met of medewerking verlenen aan nucleaire proliferatie – Gedrag dat overeenstemt met ondersteuning van een dergelijke proliferatie – Geen (Besluit 2013/270/GBVB van de Raad; verordening nr. 522/2013 van de Raad) (cf. punten 64, 67, 73‑79)

6.                     Handelingen van de instellingen – Motivering – Verplichting – Omvang – Beperkende maatregelen ten aanzien van Iran – Bevriezing van tegoeden van personen, entiteiten of lichamen die zich bezighouden met of medewerking verlenen aan nucleaire proliferatie – Verplichting om de betrokkene de motivering mee te delen op hetzelfde tijdstip als of onmiddellijk na de vaststelling van de voor hem bezwarende handeling – Grenzen – Veiligheid van de Unie en de lidstaten of hun internationale betrekkingen – Draagwijdte (Art. 296 VWEU; besluit 2013/270/GBVB van de Raad; verordening nr. 522/2013 van de Raad) (cf. punten 69‑74)

7.                     Beroep tot nietigverklaring – Arrest houdende nietigverklaring – Gevolgen – Gedeeltelijke nietigverklaring van een verordening of een besluit betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran – Inwerkingtreding van deze nietigverklaring vanaf het verstrijken van de termijn van hogere voorziening of vanaf afwijzing ervan (Art. 264 VWEU en 266 VWEU; Statuut van het Hof van Justitie, art. 56, eerste alinea; besluit 2013/270/GBVB van de Raad; verordening nr. 522/2013 van de Raad) (cf. punten 80‑86)

Voorwerp

Verzoek tot nietigverklaring van, ten eerste, besluit 2012/829/GBVB van de Raad van 21 december 2012 houdende wijziging van besluit 2010/413/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Iran (PB L 356, blz. 71), voor zover daarbij verzoeksters naam is opgenomen op de lijst in bijlage II bij besluit 2010/413/GBVB van de Raad van 26 juli 2010 betreffende beperkende maatregelen tegen Iran en tot intrekking van gemeenschappelijk standpunt 2007/140/GBVB (PB L 195, blz. 39), en van uitvoeringsverordening (EU) nr. 1264/2012 van de Raad van 21 december 2012 houdende uitvoering van verordening (EU) nr. 267/2012 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran (PB L 356, blz. 55), voor zover daarbij verzoeksters naam is opgenomen op de lijst in bijlage IX bij verordening (EU) nr. 267/2012 van de Raad van 23 maart 2012 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran en tot intrekking van verordening (EU) nr. 961/2010 (PB L 88, blz. 1), en, ten tweede, besluit 2013/270/GBVB van de Raad van 6 juni 2013 houdende wijziging van besluit 2010/413 (PB L 156, blz. 10), voor zover daarbij verzoeksters naam is gehandhaafd op de lijst in bijlage II bij besluit 2010/413, en uitvoeringsverordening (EU) nr. 522/2013 van de Raad van 6 juni 2013 houdende uitvoering van verordening nr. 267/2012 (PB L 156, blz. 3), voor zover daarbij verzoeksters naam is gehandhaafd op de lijst in bijlage IX bij verordening nr. 267/2012

Dictum

1)

Besluit 2012/829/GBVB van de Raad van 21 december 2012 houdende wijziging van besluit 2010/413/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Iran, wordt nietig verklaard, voor zover daarbij de naam van Sorinet Commercial Trust Bankers Ltd is opgenomen in bijlage II bij besluit 2010/413/GBVB van de Raad van 26 juli 2010 betreffende beperkende maatregelen tegen Iran en tot intrekking van gemeenschappelijk standpunt 2007/140/GBVB.

2)

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1264/2012 van de Raad van 21 december 2012 houdende uitvoering van verordening (EU) nr. 267/2012 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran, wordt nietig verklaard voor zover daarbij de naam van Sorinet Commercial Trust Bankers is opgenomen in bijlage IX bij verordening (EU) nr. 267/2012 van de Raad van 23 maart 2012 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran en tot intrekking van verordening (EU) nr. 961/2010.

3)

Besluit 2013/270/GBVB van de Raad van 6 juni 2013 houdende wijziging van besluit 2010/413 wordt nietig verklaard, voor zover daarbij de naam van Sorinet Commercial Trust Bankers is gehandhaafd in bijlage II bij besluit 2010/413.

4)

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 522/2013 van de Raad van 6 juni 2013 houdende uitvoering van verordening nr. 267/2012, wordt nietig verklaard, voor zover daarbij de naam van Sorinet Commercial Trust Bankers is gehandhaafd in bijlage IX bij verordening nr. 267/2012.

5)

De gevolgen van bijlage II bij besluit 2010/413, zoals gewijzigd bij besluit 2013/270, en die van bijlage IX bij verordening nr. 267/2012, zoals gewijzigd bij uitvoeringsverordening nr. 522/2013, worden ten aanzien van Sorinet Commercial Trust Bankers gehandhaafd tot de datum waarop de termijn voor een verzoek om hogere voorziening als bedoeld in artikel 56, eerste alinea, van het Statuut van het Hof van Justitie van de Europese Unie verstrijkt of, indien binnen die termijn een hogere voorziening is ingesteld, totdat deze is afgewezen.

6)

De Raad van de Europese Unie draagt zijn eigen kosten alsmede die van Sorinet Commercial Trust Bankers.