Language of document :

Arrest van het Gerecht van 9 september 2010 - Usha Martin/Raad en Commissie

(Zaak T-119/06)1

["Dumping - Invoer van stalen kabels, met name uit India - Schending van verbintenis - Evenredigheidsbeginsel - Artikel 8, leden 1, 7 en 9, van verordening (EG) nr. 384/96 [thans artikel 8, leden 1, 7 en 9, van verordening (EG) nr. 1225/2009]"]

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Usha Martin Ltd (Kolkata, India) (vertegenwoordigers: K. Adamantopoulos, advocaat, J. Branton, solicitor, V. Akritidis en Y. Melin, advocaten)

Verwerende partijen: Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: J.-P. Hix en B. Driessen, gemachtigden, bijgestaan door G. Berrisch, advocaat); en Europese Commissie (vertegenwoordigers: P. Stancanelli en T. Scharf, gemachtigden)

Voorwerp

Verzoek tot nietigverklaring van, enerzijds, besluit 2006/38/EG van de Commissie van 22 december 2005 tot wijziging van besluit 1999/572/EG tot aanvaarding van de verbintenissen die zijn aangeboden in het kader van de antidumpingprocedure betreffende de invoer van stalen kabels uit onder meer India (PB 2006, L 22, blz. 54), en anderzijds, verordening (EG) nr. 121/2006 van de Raad van 23 januari 2006 tot wijziging van verordening (EG) nr. 1858/2005 houdende instelling van een definitief antidumpingrecht op de invoer van stalen kabels van oorsprong uit onder meer India (PB 2006, L 22, blz. 1)

Dictum

Het beroep wordt verworpen.

Usha Martin Ltd wordt verwezen in de kosten.

____________

1 - PB C 154 van 1.7.2006.