Beschikking van het Gerecht (Derde kamer) van 16 september 2021 –
H&H/EUIPO – Giuliani (Swisse)

(Zaak T‑486/20)

„Uniemerk – Nietigheidsprocedure – Uniebeeldmerk Swisse – Incidenteel beroep – Voorwerp van het beroep – Geen procesbelang – Niet-ontvankelijkheid”

1.      Uniemerk – Beroepsprocedure – Personen die beroep kunnen instellen en partij kunnen zijn in de procedure – Personen waarop een beslissing betrekking heeft waarbij hun vorderingen niet worden toegewezen – Beslissing waarbij een vordering tot nietigverklaring wordt toegewezen op basis van een deel van het aangevoerde betoog – Geen procesbelang – Niet-ontvankelijkheid

(Verordening 2017/1001 van het Europees Parlement en de Raad, art. 72, lid 4)

(zie punten 32, 33, 35)

2.      Uniemerk – Beroepsprocedure – Beroep bij de Unierechter – Bevoegdheid van het Gerecht om de bestreden beslissing te wijzigen – Grenzen

(Verordening 2017/1001 van het Europees Parlement en de Raad, art. 72, lid 3)

(zie punt 40)

3.      Recht van de Europese Unie – Beginselen – Recht op effectieve rechterlijke bescherming – Bevestiging door het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en nieuwe bevestiging door het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie

(Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, art. 47)

(zie punt 43)

Dictum

1) Het incidentele beroep wordt niet-ontvankelijk verklaard.

2) Giuliani SpA wordt verwezen in de kosten betreffende de procedure van incidenteel beroep.

3) Association pour la protection de l’origine des cosmétiques suisses (Swisscos), Health and Happiness (H&H) Hong Kong Ltd, het Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie en Giuliani dragen elk hun eigen kosten betreffende het verzoek tot interventie van Swisscos in het kader van het incidentele beroep.