Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Consiglio di Giustizia amministrativa per la Regione siciliana (Italië) op 27 november 2020 – Caruter s.r.l. / S.R.R. Messina Provincia S.c.P.A., Comune di Basicò, Comune di Falcone, Comune di Fondachelli Fantina, Comune di Gioiosa Marea, Comune di Librizzi, Comune di Mazzarrà Sant’Andrea, Comune di Montagnareale, Comune di Oliveri, Comune di Piraino, Comune di San Piero Patti, Regione Siciliana - Urega - Ufficio regionale espletamento gare d’appalti lavori pubblici Messina, Regione Siciliana - Assessorato regionale delle infrastrutture e della mobilità

(Zaak C-642/20)

Procestaal: Italiaans

Verwijzende rechter

Consiglio di Giustizia amministrativa per la Regione siciliana

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Caruter s.r.l.

Verwerende partijen: S.R.R. Messina Provincia S.c.P.A., Comune di Basicò, Comune di Falcone, Comune di Fondachelli Fantina, Comune di Gioiosa Marea, Comune di Librizzi, Comune di Mazzarrà Sant’Andrea, Comune di Montagnareale, Comune di Oliveri, Comune di Piraino, Comune di San Piero Patti, Regione Siciliana - Urega - Ufficio regionale espletamento gare d’appalti lavori pubblici Messina, Regione Siciliana - Assessorato regionale delle infrastrutture e della mobilità

Prejudiciële vragen

Verzet artikel 63 van richtlijn 2014/24/EU1 van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 inzake de rechtsfiguur van beroep op de draagkracht van andere entiteiten, gelezen in samenhang met de in de artikelen 49 en 56 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) vervatte beginselen van vrijheid van vestiging en het vrij verrichten van diensten, zich tegen de toepassing van de Italiaanse regeling inzake ,selectiecriteria en mechanisme voor aanvulling of verduidelijking van de stukken’ als bedoeld in de voorlaatste volzin van artikel 83, lid 8, van de codice dei contratti pubblici (wetboek overheidsopdrachten), dat is vervat in wetsbesluit nr. 50 van 18 april 2016, op grond waarvan, ingeval gebruik wordt gemaakt van de rechtsfiguur van beroep op de draagkracht van andere entiteiten (als bedoeld in artikel 89 van het wetboek overheidsopdrachten zoals vervat in wetsbesluit nr. 50 van 18 april 2016), de leider van een tijdelijk samenwerkingsverband van ondernemingen in ieder geval aan de meeste eisen moet voldoen en de meeste diensten moet verrichten?

____________

1     Richtlijn 2014/24/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van overheidsopdrachten en tot intrekking van richtlijn 2004/18/EG (PB 2014, L 94, blz. 65).