Language of document :

Beroep ingesteld op 1 oktober 2008 - AKM / Commissie

(Zaak T-432/08)

Procestaal: Duits

Partijen

Verzoekende partij: Staatlich genehmigte Gesellschaft der Autoren, Komponisten und Musikverleger reg. Gen. mbH (AKM) (Wenen, Oostenrijk) (vertegenwoordigers: H. Wollmann en F. Urlesberger, advocaten)

Verwerende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen

Conclusies

de beschikking van de Commissie krachtens artikel 231, eerste alinea, EG nietig verklaren met betrekking tot AKM;

de verwerende partij overeenkomstig artikel 87, lid 2, van het Reglement voor de procesvoering verwijzen in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Het beroep betreft beschikking C (2008) 3435 def. van 16 juli 2008 in zaak COMP/C2/38.698 - CISAC, waarbij de Commissie onderling afgestemde feitelijke gedragingen bij het wederzijds verlenen van auteursrechten op muziekstukken tussen auteursrechtenorganisaties die lid zijn van de International Confederation of Societies of Authors and Composers (de internationale overkoepelende organisatie van de auteursrechtenorganisaties - "CISAC"), onverenigbaar met artikel 81 EG en artikel 53 van de EER-Overeenkomst heeft verklaard.

Verzoekster vordert, de beschikking nietig te verklaren voor zover de Commissie daarin heeft vastgesteld dat AKM door opneming van de in artikel 11, lid 2, van de modelovereenkomst CISAC bepaalde lidmaatschapsbeperkingen in haar overeenkomsten betreffende wederzijdse vertegenwoordiging of door die lidmaatschapsbeperkingen de facto toe te passen, alsmede door het coördineren van de territoriale afbakening van de licenties, inbreuk heeft gemaakt op artikel 81 EG en artikel 53 EER, en AKM heeft gelast die inbreuken te beëindigen.

Ter ondersteuning van haar beroep voert verzoekster de volgende middelen aan.

Zij stelt allereerst dat de Commissie de feiten met betrekking tot de toepassing van de lidmaatschapsbeperkingen door AKM onjuist heeft vastgesteld. De Commissie heeft geen bewijzen aangedragen voor de feitelijke toepassing van een dergelijke beperking door AKM en heeft daarenboven stukken waaruit blijkt dat AKM een "beleid van open lidmaatsmaatschap" voert, buiten beschouwing gelaten. Bovendien is de Commissie eraan voorbijgegaan dat de in de overeenkomsten betreffende wederzijdse vertegenwoordiging van AKM opgenomen lidmaatschapsclausules op zijn minst concludent buiten toepassing zijn verklaard en niet meer deel uitmaken van de door AKM gesloten overeenkomsten betreffende wederzijdse vertegenwoordiging.

Verder is artikel 3 van de beschikking, waarin de Commissie AKM verwijt "dat zij door de territoriale afbakeningen aldus te coördineren dat elke licentie beperkt is tot het grondgebied van staat waar de betrokken auteursrechtenorganisatie is gevestigd, inbreuk heeft gemaakt op artikel 81 EG en artikel 53 van de EER-Overeenkomst", in tegenspraak met de overwegingen van de beschikking. In het dispositief van de beschikking ontbreekt immers een beperking tot de vormen van uitzending (via satelliet, via internet en via kabel) die de Commissie in haar overwegingen heeft behandeld.

Bovendien zijn de territoriale afbakeningen van de licenties in de overeenkomsten betreffende wederzijdse vertegenwoordiging van AKM niet het resultaat van onderling afgestemd gedrag. De Commissie heeft het bewijs van het bestaan van concertatie eigenlijk uitsluitend afgeleid uit het feit dat de overeenkomsten betreffende wederzijdse vertegenwoordiging van de Europese auteursrechtenorganisaties de facto een eenvormig stramien hebben. Deze parallelle gedragingen kunnen echter zonder meer worden verklaard door de historisch gegroeide marktstructuur en de wettelijke bepalingen die de activiteit van de auteursrechtenorganisaties regelen.

Verder schendt de beschikking van de Commissie het bepaaldheidsgebod, daar uit artikel 4, lid 2, van de beschikking niet duidelijk blijkt wat wordt bedoeld met de aanmaning, bepaalde clausules van de overeenkomsten "te herzien".

____________