Language of document : ECLI:EU:T:2015:281

Zaak T‑15/13

Group Nivelles

tegen

Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt

(merken, tekeningen en modellen) (BHIM)

„Gemeenschapsmodel – Nietigheidsprocedure – Ingeschreven model dat een doucheafvoergoot afbeeldt – Ouder model – Nietigheidsgronden – Nieuwheid – Eigen karakter – Zichtbare kenmerken van het oudere model – Betrokken voortbrengselen – Artikelen 4 tot en met 7, 19 en artikel 25, lid 1, onder b), van verordening (EG) nr. 6/2002”

Samenvatting – Arrest van het Gerecht (Achtste kamer) van 13 mei 2015

1.      Gemeenschapsmodellen – Beroepsprocedure – Beroep bij de Unierechter – Bevoegdheid van het Gerecht – Toetsing van de rechtmatigheid van de beslissingen van de kamers van beroep – Heronderzoek van de feitelijke omstandigheden tegen de achtergrond van niet eerder voor de instanties van het Bureau overgelegde bewijzen – Daarvan uitgesloten

(Verordening nr. 6/2002 van de Raad, art. 61)

2.      Gemeenschapsmodellen – Beroepsprocedure – Beroep bij de Unierechter – Bevoegdheid van het Gerecht om de bestreden beslissing te herzien – Grenzen

(Verordening nr. 6/2002 van de Raad, art. 61)

3.      Gemeenschapsmodellen – Procedurevoorschriften – Motivering van de beslissingen – Artikel 62, eerste volzin, van verordening nr. 6/2002 – Dezelfde draagwijdte als artikel 296 VWEU – Impliciete motivering door de kamer van beroep – Toelaatbaarheid – Voorwaarden

(Art. 296 VWEU; verordening nr. 6/2002 van de Raad, art. 62)

4.      Gemeenschapsmodellen – Beschermingsvoorwaarden – Nieuwheid – Eigen karakter – Aard van het voortbrengsel waarop een model betrekking heeft – Invloed op de beoordeling van die voorwaarden

[Verordening nr. 6/2002 van de Raad, art. 3, onder a), 4, lid 1, 5, 6, 7, lid 1, eerste volzin, 10, 19, lid 1, et 36, lid 6]

5.      Gemeenschapsmodellen – Nietigheidsgronden – Geen eigen karakter – Geïnformeerde gebruiker – Begrip

(Verordening nr. 6/2002 van de Raad, art. 6, lid 1)

1.      Zie de tekst van de beslissing.

(cf. punt 23)

2.      Het door het Gerecht krachtens artikel 61 van verordening nr. 6/2002 betreffende gemeenschapsmodellen uitgeoefende toezicht bestaat in de toetsing van de rechtmatigheid van de beslissingen van de kamers van beroep van het Bureau en het Gerecht kan de beslissing die het voorwerp van het beroep vormt, slechts vernietigen of herzien indien de beslissing op het moment dat zij werd genomen, gebrekkig was wegens één van de in artikel 61, lid 2, van deze verordening genoemde vernietigings- of herzieningsgronden. Hieruit volgt dat de aan het Gerecht toegekende bevoegdheid tot herziening niet impliceert dat het Gerecht bevoegd is om zijn eigen beoordeling in de plaats te stellen van die van de kamer van beroep, en a fortiori niet om over te gaan tot een beoordeling waarover die kamer van beroep nog geen standpunt heeft ingenomen. De uitoefening van de bevoegdheid tot herziening moet derhalve in beginsel beperkt blijven tot situaties waarin het Gerecht na toetsing van de beoordeling van de kamer van beroep van het Bureau in staat is om op basis van de elementen, feitelijk en rechtens, zoals deze zijn vastgesteld, te bepalen welke beslissing de kamer van beroep had moeten nemen.

Wanneer in het kader van een vordering tot nietigverklaring van een model het onderzoek van de nieuwheid van het litigieuze model ten aanzien van de door verzoekster aangevoerde oudere modellen, onvolledig was, zou een onderzoek door het Gerecht van de nieuwheid van het litigieuze model op basis van alle door verzoekster voor de instanties van het Bureau aangevoerde elementen, in wezen erop neerkomen dat administratieve en onderzoekstaken van het Bureau worden uitgeoefend, hetgeen in strijd zou zijn met het institutionele evenwicht waardoor het beginsel van verdeling van de bevoegdheden tussen het Bureau en het Gerecht is ingegeven.

(cf. punten 89, 91)

3.      Zie de tekst van de beslissing.

(cf. punten 98, 99)

4.      Teneinde vast te stellen of overeenkomstig verordening nr. 6/2002 betreffende gemeenschapsmodellen de aard van het voortbrengsel waarop een model betrekking heeft, invloed kan hebben op de beoordeling van de nieuwheid en het eigen karakter ervan, dient te worden opgemerkt dat, zoals blijkt uit artikel 3, onder a), van deze verordening, de in deze verordening gebruikte term „model” ziet op de verschijningsvorm van een voortbrengsel of een deel ervan. Daaruit volgt dat de „bescherming van een model” in de zin van artikel 4, lid 1, van verordening nr. 6/2002 bestaat in de bescherming van de verschijningsvorm van een voortbrengsel.

Gelet op met name artikel 36, lid 6, van verordening nr. 6/2002 en de verwijzing in artikel 19, lid 1, tweede volzin, van deze verordening naar „een voortbrengsel” dient te worden geoordeeld dat een ingeschreven gemeenschapsmodel aan de houder ervan het uitsluitende recht verleent om voor alle types van voortbrengselen (en niet alleen voor het voortbrengsel dat in de inschrijvingsaanvraag is opgegeven) het betrokken model alsmede – overeenkomstig artikel 10 van deze verordening – elk model dat bij de geïnformeerde gebruiker geen andere algemene indruk wekt, te gebruiken. Het verleent de houder ervan tevens het recht om derden voor alle types van voortbrengselen het gebruik van het model waarvan hij houder is alsmede van elk model dat bij de geïnformeerde gebruiker geen andere algemene indruk wekt, te beletten. Anders zou artikel 19, lid 1, tweede volzin, niet zien op „een voortbrengsel”, maar enkel op het voortbrengsel (of de voortbrengselen) opgegeven in de inschrijvingsaanvraag.

Aldus kan een gemeenschapsmodel niet als nieuw worden beschouwd in de zin van artikel 5, lid 1, van verordening nr. 6/2002 indien een identiek model voor het publiek beschikbaar is gesteld vóór de in die bepaling gestelde data, ook al zou dit oudere model worden verwerkt in of toegepast op een ander voortbrengsel.

Verder wordt overeenkomstig artikel 7, lid 1, eerste volzin, van verordening nr. 6/2002 een ouder model, dat is verwerkt in of toegepast op een bepaald voortbrengsel, geacht voor het publiek beschikbaar te zijn gesteld indien dit openbaar is gemaakt, tenzij dit feit bij een normale gang van zaken redelijkerwijs niet ter kennis kon zijn gekomen van in de Unie werkzame ingewijden in de sector waarop het betreffende voortbrengsel betrekking heeft. De „betrokken sector” in de zin van artikel 7, lid 1, van verordening nr. 6/2002 is niet beperkt tot die van het voortbrengsel waarin het litigieuze model zal worden verwerkt of waarop dit zal worden toegepast. Bijgevolg is een ouder model dat is verwerkt in of toegepast op een ander voortbrengsel dan dat waarop een later model betrekking heeft, in beginsel relevant voor de beoordeling van de nieuwheid, in de zin van artikel 5 van verordening nr. 6/2002, van dit latere model.

Zoals evenwel blijkt uit de formulering van punt 14 van de considerans van verordening nr. 6/2002, kunnen de aard van het voortbrengsel waarop een litigieus model betrekking heeft en de bedrijfstak waarmee dit voortbrengsel verbonden is, een zekere relevantie hebben en moeten deze in aanmerking worden genomen bij de beoordeling van het eigen karakter van een model in de zin van artikel 6 van verordening nr. 6/2002. De gebruiker die daarbij in aanmerking moet worden genomen, is de gebruiker van het voortbrengsel waarop dit model is toegepast of waarin het is verwerkt.

Derhalve is de identificatie van het voortbrengsel waarop is toegepast of waarin is verwerkt een ouder model dat wordt aangevoerd om het eigen karakter, in de zin van artikel 6 van verordening nr. 6/2002, van een later model te betwisten, relevant voor die beoordeling. Door de identificatie van het betrokken voortbrengsel zal immers kunnen worden vastgesteld of de geïnformeerde gebruiker van het voortbrengsel waarop het latere model is toegepast of waarin dat is verwerkt, het oudere model kent. Enkel indien is voldaan aan deze laatste voorwaarde kan dat oudere model in de weg staan aan de erkenning van het eigen karakter van het latere model.

(cf. punten 112, 115, 116, 119, 122‑124, 129, 130, 132)

5.      Zie de tekst van de beslissing.

(cf. punten 126‑128)