Language of document :

Beroep ingesteld op 22 juni 2010 - mPAY24 GmbH/BHIM - ULTRA d.o.o. Proizvodnja elektronskih naprav (MPAY 24)

(Zaak T-275/10)

Taal van het verzoekschrift: Engels

Partijen

Verzoekende partij: mPAY24 GmbH (Wenen, Oostenrijk) (vertegenwoordigers: Dr. H. G. Zeiner en S. Di Natale, advocaten)

Verwerende partij: Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen)

Andere partij in de procedure voor de kamer van beroep: ULTRA d.o.o. Proizvodnja elektronskih naprav (Zagorje ob Savi, Slovenië)

Conclusies

vernietiging van de beslissing van de eerste kamer van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) van 22 maart 2010 in zaak R 1102/2008-1;

verwijzing van verweerder in de kosten van de procedure; en

verwijzing van de andere partij in de procedure voor de kamer van beroep, mocht zij in deze zaak interveniëren.

Middelen en voornaamste argumenten

Ingeschreven gemeenschapsmerk waarvan nietigverklaring is gevorderd: woordmerk "MPAY24" voor waren en diensten van de klassen 9, 16, 35, 36 en 38 - gemeenschapsmerkaanvraag nr. 2601656

Houder van het gemeenschapsmerk: verzoekende partij

Partij die nietigverklaring van het gemeenschapsmerk vordert: de andere partij in de procedure voor de kamer van beroep

Merkrecht van de partij die nietigverklaring vordert: de partij die nietigverklaring vordert, beriep zich op absolute weigeringsgronden krachtens de artikelen 52, lid 1, sub a, 7, lid 1, sub b, 7, lid 1, sub c, en 7, lid 2, van verordening (EG) nr. 207/2009

Beslissing van de nietigheidsafdeling: afwijzing van de vordering tot nietigverklaring

Beslissing van de kamer van beroep: toewijzing van het beroep en bijgevolg vernietiging van de beslissing van de nietigheidsafdeling en nietigverklaring van het ingeschreven gemeenschapsmerk

Aangevoerde middelen: Ter ondersteuning van haar beroep voert verzoekster twee middelen aan.

Met haar eerste middel stelt verzoekster dat de bestreden beslissing schending oplevert van artikel 7, lid 1, sub b en c, van verordening (EG) nr. 207/2009 van de Raad doordat de kamer van beroep ten onrechte heeft geconcludeerd dat de bepalingen van deze artikelen van toepassing zijn op het bestreden gemeenschapsmerk. De eerste kamer van beroep heeft met name (i) blijk van een onjuiste opvatting gegeven door de eerdere beslissing van de tweede kamer van beroep van 21 april 2004 betreffende dezelfde zaak en met dezelfde motivering ter zijde te schuiven, en (ii) ten onrechte heeft geconcludeerd dat het bestreden gemeenschapsmerk de betrokken waren en diensten beschrijft en onderscheidend vermogen mist.

Met haar tweede middel betoogt verzoekster dat de bestreden beslissing niet in overeenstemming is met de bepalingen van verordening (EG) nr. 207/2009 van de Raad doordat de kamer van beroep ten onrechte het bestreden gemeenschapsmerk voor alle waren en diensten van de klassen 9, 16, 35, 36 en 38 nietig heeft verklaard en dit uitsluitend op basis van aanvechtbare en niet-onderbouwde veronderstellingen.

____________