Language of document : ECLI:EU:T:2016:504





Arrest van het Gerecht (Negende kamer) van 15 september 2016 –
PT Musim Mas / Raad

(Zaak T‑80/14)

„Dumping – Invoer van biodiesel van oorsprong uit Indonesië – Definitieve inning van voorlopige antidumpingrechten – Definitieve antidumpingrechten – Rechten van verdediging – Artikel 2, lid 5, van verordening (EG) nr. 1225/2009 – Normale waarde – Productiekosten”

1.                     Recht van de Europese Unie – Beginselen – Rechten van verdediging – Eerbiediging in kader van administratieve procedures – Antidumpingprocedure – Verplichting van de instellingen om de betrokken ondernemingen informatie te verstrekken – Omvang (Verordening nr. 1225/2009 van de Raad, art. 20, lid 2) (zie punten 35‑37)

2.                     Gemeenschappelijke handelspolitiek – Bescherming tegen dumpingpraktijken – Dumpingmarge – Vaststelling van de normale waarde – In de antidumpingbasisverordening voorziene afwijkingen van de methode van vaststelling van de normale waarde naargelang de werkelijke prijs. – Uitputtend karakter (Verordening nr. 1225/2009 van de Raad, art. 2, lid 3, eerste alinea) (zie punt 39)

3.                     Gemeenschappelijke handelspolitiek – Bescherming tegen dumpingpraktijken – Dumpingmarge – Vaststelling van de normale waarde – Toepassing van de aangenomen waarde – Berekening van de productiekosten op basis van de boekhoudregisters – Afwijking – Kosten in verband met de productie en de verkoop van het product waarnaar onderzoek wordt gevoerd, zonder dat die kosten naar behoren in die registers zijn opgenomen – Bewijslast rustend op de instellingen – Rechterlijk toezicht – Omvang (Verordeningen van de Raad nr. 1972/2002, overweging 4, en nr. 1225/2009, art. 2, leden 3, tweede alinea, en 5, eerste tot en met derde alinea) (zie punten 65‑69, 73‑97)

4.                     Beroep tot nietigverklaring – Voorwerp – Gedeeltelijke nietigverklaring – Voorwaarde – Scheidbaarheid van de bestreden bepalingen – Bepaling van een verordening waarbij definitieve antidumpingrechten zijn opgelegd – Nietigverklaring die leidt tot een inhoudelijke wijziging van de verordening (Art. 263 VWEU; verordening nr. 1194/2013 van de Raad, art. 1) (zie punten 100‑102)

Voorwerp

Verzoek op grond van artikel 263 VWEU tot gedeeltelijke nietigverklaring van uitvoeringsverordening (EU) nr. 1194/2013 van de Raad van 19 november 2013 tot instelling van een definitief antidumpingrecht en tot definitieve inning van het voorlopige recht op biodiesel van oorsprong uit Argentinië en Indonesië (PB 2013, L 315, blz. 2)

Dictum

1)

De artikelen 1 en 2 van uitvoeringsverordening (EU) nr. 1194/2013 van de Raad van 19 november 2013 tot instelling van een definitief antidumpingrecht en tot definitieve inning van het voorlopige recht op biodiesel van oorsprong uit Argentinië en Indonesië worden nietig verklaard voor zover zij betrekking hebben op PT Perindustrian dan Perdagangan Musim Semi Mas (PT Musim Mas).

2)

De Raad van de Europese Unie draagt zijn eigen kosten en die van PT Musim Mas.

3)

De Europese Commissie en European Biodiesel Board (EBB) dragen hun eigen kosten.