Language of document : ECLI:EU:T:2022:377


 


 



Beschikking van de president van het Gerecht van 21 juni 2022 – Ismailova/Raad

(zaak T234/22 R)

„Kort geding – Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid – Beperkende maatregelen naar aanleiding van acties van Rusland die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen – Bevriezing van tegoeden – Verzoek om voorlopige maatregelen – Geen spoedeisendheid – Belangenafweging”

1.      Kort geding – Opschorting van tenuitvoerlegging – Voorlopige maatregelen – Voorwaarden voor toekenning – Fumus boni juris – Spoedeisendheid – Ernstige en onherstelbare schade – Cumulatief karakter – Afweging van alle betrokken belangen – Volgorde van onderzoek en wijze van toetsing – Beoordelingsbevoegdheid van de rechter in kort geding

(Art. 256, lid 1, 278 en 279 VWEU; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 156, lid 4)

(zie punten 1417)

2.      Kort geding – Voorwaarden voor ontvankelijkheid – Verzoekschrift – Vormvereisten – Uiteenzetting van de middelen op grond waarvan de toekenning van de gevorderde maatregelen prima facie gerechtvaardigd voorkomt

(Art. 278 en 279 VWEU; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 156, lid 4)

(zie punten 1820)

3.      Kort geding – Opschorting van tenuitvoerlegging – Voorlopige maatregelen – Voorwaarden voor toekenning – Fumus boni juris – Spoedeisendheid – Cumulatief karakter – Bijzonder ernstige fumus boni juris – Geen invloed op de verplichting tot afzonderlijk onderzoek van de spoedeisendheid

(Art. 278 en 279 VWEU; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 156, lid 4)

(Zie punt 32)

4.      Kort geding – Opschorting van tenuitvoerlegging – Voorwaarden voor toekenning – Fumus boni juris – Onderzoek prima facie van de middelen aangevoerd ter ondersteuning van het beroep in de hoofdzaak – Beroep tegen beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Oekraïne – Beperking van het eigendomsrecht en van de vrijheid van ondernemerschap – Schending van het evenredigheidsbeginsel – Ontbreken prima facie

[Art. 21 VEU; besluit 2014/145/PESC van de Raad, zoals gewijzigd bij besluiten (GBVB) 2022/329 en (GBVB) 2022/528; verordeningen van de Raad nr. 269/2014, zoals gewijzigd bij verordening nr. 2022/330, en nr. 2022/581]

(zie punten 3438)

5.      Kort geding – Opschorting van tenuitvoerlegging – Voorwaarden voor toekenning – Afweging van alle betrokken belangen – Beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Oekraïne – Besluit tot bevriezing van tegoeden – Personen of entiteiten die Russische beleidsmakers die verantwoordelijk zijn voor de annexatie van de Krim of destabilisatie in Oekraïne in materieel of financieel opzicht actief steunen, en personen die banden met hen hebben – Overwicht van de door de Raad nagestreefde belangen ten opzichte van verzoekers belangen

[Art. 3, leden 1 en 5, VEU; art. 278 VWEU; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 151, lid 2, en 156, lid 4; besluit 2014/145/PESC van de Raad, zoals gewijzigd bij besluiten (GBVB) 2022/329 en (GBVB) 2022/582; verordeningen van de Raad nr. 269/2014, zoals gewijzigd bij verordening 2022/330, en nr. 2022/581]

(zie punten 42, 4451)

Dictum

1)

Het verzoek in kort geding wordt afgewezen.

2)

De beslissing omtrent de kosten wordt aangehouden.