Mededeling in het PB

 

Beroep, op 12 maart 2004 ingesteld door Nikolaus Steininger tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

(Zaak T-108/04)

Procestaal: Frans

Bij het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen is op 12 maart 2004 beroep ingesteld tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen door Nikolaus Steininger, wonende te Brussel, vertegenwoordigd door Nicolas Lhoëst, advocaat, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg.

Verzoeker concludeert dat het het Gerecht behage:

─    nietig te verklaren het besluit van de Commissie van 8 mei 2003 tot vermindering van verzoekers meritepunten na de wijziging van zijn statuut van tijdelijk functionaris in het kader van de begroting voor onderzoek in dat van ambtenaar in het kader van de huishoudelijke begroting;

─    voorzover nodig nietig te verklaren het besluit van de Commissie van 24 november 2003 tot afwijzing van verzoekers klacht (R/401/03);

─    verweerster te verwijzen in alle kosten van het geding.

Middelen en voornaamste argumenten:

Verzoeker is bij de Commissie als tijdelijk functionaris in dienst getreden. Na te zijn geslaagd voor een intern vergelijkend onderzoek, is hij aangesteld als ambtenaar op proef.

Volgens verzoeker heeft het hoofd van zijn afdeling voor het rapport van zijn loopbaanontwikkeling over de periode van 1 juli 2001 tot 31 december 2002 een rapport met meritepunten opgesteld. Vervolgens zijn deze meritepunten verminderd naar verhouding van de tijd dat hij ambtenaar was, namelijk 2,5 maand op 18 maanden in totaal, dus een vermindering van 86 %.

Ter ondersteuning van zijn beroep stelt verzoeker dat:

-    de uitzondering van artikel 4. 4. van de algemene bepalingen ter uitvoering van artikel 43 van het Statuut niet van toepassing is;

-    de uitzondering van artikel 4. 4. van de algemene bepalingen ter uitvoering van artikel 43 van het statuut onwettig zijn;

-    het vertrouwens- en evenredigheidsbeginsel zijn geschonden.

____________