Language of document :

Beroep ingesteld op 7 februari 2014 – Islamic Republic of Iran Shipping Lines e.a / Raad

(Zaak T-87/14)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partijen: Islamic Republic of Iran Shipping Lines (Teheran, Iran); Hafize Darya Shipping Lines (HDSL) (Teheran); Khazar Shipping Lines (Anzali Vrijhandelszone, Iran); IRISL Europe GmbH (Hamburg, Duitsland); IRISL Marine Services and Engineering Co. (Qeshm Island, Iran); Irano Misr Shipping Co. (Teheran); Safiran Payam Darya Shipping Lines (SAPID) (Teheran); Shipping Computer Services Co. (Teheran); Soroush Sarzamin Asatir Ship Management (Teheran); South Way Shipping Agency Co. Ltd (Teheran) en Valfajr 8th Shipping Line Co. (Teheran) (vertegenwoordigers: F. Randolph, QC, M. Lester, Barrister, en M. Taher, Solicitor)

Verwerende partij: Raad van de Europese Unie

Conclusies

besluit 2013/685/GBVB van de Raad van 26 november 2013 houdende wijziging van besluit 2010/413/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Iran (PB L 316, blz. 46) en uitvoeringsverordening (EU) nr. 1203/2013 van de Raad van 26 november 2013 tot uitvoering van verordening (EU) nr. 267/2012 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran (PB L 316, blz. 1), nietig verklaren voor zover zij op verzoeksters van toepassing zijn;

verklaren dat besluit 2013/497/GBVB van de Raad van 10 oktober 2013 houdende wijziging van besluit 2010/413/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Iran (PB L 272, blz. 46) en verordening (EU) nr. 971/2013 van de Raad van 10 oktober 2013 tot wijziging van verordening (EU) nr. 267/2012 betreffende beperkende maatregelen tegen Iran (PB L 272, blz. 1) niet van toepassing zijn;

verweerder verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Verzoeksters werpen de „exceptie van onwettigheid” om te doen verklaren dat de oktobermaatregelen onrechtmatig zijn omdat zij geen passende rechtsgrondslag hebben, verzoeksters gewettigd vertrouwen alsook de beginselen van onherroepelijkheid, rechtszekerheid, non bis in idem en res judicata schenden; discriminerend zijn voor IRISL en zonder rechtvaardiging en onevenredig de grondrechten van IRISL schenden, inbreuk maken op verzoeksters’ rechten van verdediging en misbruik van bevoegdheid door de Raad inhouden.

Ter ondersteuning van hun beroep tot nietigverklaring van de bestreden maatregelen voeren verzoeksters volgende middelen aan:

de bestreden maatregelen hebben geen passende rechtsgrondslag;

de Raad heeft een kennelijke beoordelingsfout gemaakt door te beslissen alle verzoeksters op een lijst te plaatsen;

de Raad heeft de rechten van verdediging van verzoeksters geschonden;

de bestreden maatregelen schenden verzoekers’ gewettigd vertrouwen en de beginselen van onherroepelijkheid, rechtszekerheid, res judicata, non bis in idem, en non-discriminatie;

De bestreden maatregelen schenden, zonder rechtvaardiging en onevenredig, verzoeksters’ grondrechten, meer in het bijzonder hun recht op goede naam en op eerbiediging van hun eigendom.