Language of document : ECLI:EU:T:2014:950





Beschikking van het Gerecht (Zesde kamer) van 3 november 2014 – Secolux/Commissie en CdT

(Zaak T‑90/14)

„Beroep tot nietigverklaring en schadevergoeding – Overheidsopdrachten voor dienstverlening – Aanbestedingsprocedure – Veiligheidscontroles – Afwijzing van de offerte van een inschrijver – Onjuiste identificatie van de verwerende partij – Gedeeltelijke kennelijke niet-ontvankelijkheid”

1.                     Beroep tot nietigverklaring – Hoedanigheid van verwerende partij – Publicatiebureau van de Europese Unie – Geen orgaan of instantie van de Unie – Handelingen die zijn vastgesteld in het kader van een procedure voor het plaatsen van een overheidsopdracht voor dienstverlening – Toerekenbaarheid aan de Commissie – Niet-ontvankelijkheid van beroep (Art. 263 VWEU; besluit 2009/496 van het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s, art. 13, lid 2) (cf. punt 16)

2.                     Beroep tot nietigverklaring – Besluit van de Commissie, in het kader van een procedure voor het plaatsen van een overheidsopdracht voor dienstverlening, om een offerte niet in aanmerking te nemen – Beroep gericht tegen het Vertaalbureau voor de organen van de Europese – Niet-ontvankelijkheid (Art. 263 VWEU) (cf. punt 17)

Voorwerp

Ten eerste, nietigverklaring van het besluit van de Commissie van 3 december 2013 houdende afwijzing van de offerte, ingediend door verzoekster in het kader van de openbare aanbestedingsprocedure AO 02/2013/OIL strekkende tot sluiting van een raamovereenkomst voor de levering van diensten betreffende veiligheidscontroles (PB 2013/S 156‑271471), en van het besluit de opdracht aan een andere inschrijver te gunnen, en, ten tweede, een verzoek om schadevergoeding

Dictum

1)

Het beroep wordt kennelijk niet-ontvankelijk verklaard voor zover het is gericht tegen het Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie (CdT) en het Bureau voor publicaties van de Europese Unie (OP).

2)

De verzoekende partij zal haar eigen kosten van het beroep dragen voor zover het is gericht tegen het CdT en het OP.