Language of document : ECLI:EU:T:2007:2





Beschikking van het Gerecht (Vierde kamer) van 9 januari 2007 – Lootus Teine Osaühing / Raad

(Zaak T‑127/05)

„Beroep tot nietigverklaring – Verordening (EG) nr. 2269/2004 en verordening (EG) nr. 2270/2004 – Visserij – Vangstmogelijkheden voor diepzeesoorten voor in 2004 toegetreden lidstaten – Rechtstreeks en individueel geraakte personen – Niet-ontvankelijkheid”

Beroep tot nietigverklaring – Natuurlijke of rechtspersonen – Handelingen die hen rechtstreeks en individueel raken (Art. 230, vierde alinea, EG; verordeningen nrs. 2269/2004 en 2270/2004 van de Raad) (cf. punten 39‑47)

Voorwerp

Vordering tot gedeeltelijke nietigverklaring van de bijlage bij verordening (EG) nr. 2269/2004 van de Raad van 20 december 2004 tot wijziging van verordeningen (EG) nr. 2340/2002 en (EG) nr. 2347/2002 ten aanzien van de vangstmogelijkheden voor diepzeesoorten voor de in 2004 toegetreden lidstaten (PB L 396, blz. 1), alsmede van deel 2 van de bijlage bij verordening (EG) nr. 2270/2004 van de Commissie van 22 december 2004 tot vaststelling, voor 2005 en 2006, van de vangstmogelijkheden voor vaartuigen van de Gemeenschap voor bepaalde bestanden van diepzeevissen (PB L 396, blz. 4), voor zover deze regelingen betrekking hebben op de aan Estland toegewezen vangstmogelijkheden

Dictum

1)

Het beroep wordt niet-ontvankelijk verklaard.

2)

Verzoekster zal haar eigen kosten en die van de Raad dragen.

3)

De Commissie zal haar eigen kosten dragen.