Language of document : ECLI:EU:T:2016:733

Zaak T‑169/08 RENV

Dimosia Epicheirisi Ilektrismou AE (DEI)

tegen

Europese Commissie

„Mededinging – Misbruik van machtspositie – Griekse markt voor levering van bruinkool en groothandelsmarkt voor elektriciteit – Besluit waarbij inbreuk op artikel 86, lid 1, EG juncto artikel 82 EG wordt vastgesteld – Toekenning of instandhouding van ontginningsrechten voor openbare bruinkoollagen ten voordele van een openbaar bedrijf – Afbakening van de betrokken markten – Vraag of sprake is van ongelijke kansen – Motiveringsplicht – Gewettigd vertrouwen – Misbruik van bevoegdheid – Evenredigheid”

Samenvatting – Arrest van het Gerecht (Eerste kamer) van 15 december 2016

1.      Mededinging – Machtspositie – Relevante markt – Afbakening – Criteria

(Art. 82 EG; mededeling 97/C 372/03 van de Commissie, punt 7)

2.      Mededinging – Machtspositie – Relevante markt – Geografische afbakening – Criteria – Markt die uit één lidstaat bestaat

(Art. 82 EG)

3.      Mededinging – Openbare ondernemingen en ondernemingen waaraan door de lidstaten bijzondere of uitsluitende rechten zijn verleend – Machtspositie – Ongelijkheid van kansen tussen de verschillende marktdeelnemers wegens een overheidsmaatregel – Ontoelaatbaarheid van die overheidsmaatregel als zodanig

(Art. 82 EG en 86, lid 1, EG)

4.      Handelingen van de instellingen – Motivering – Verplichting – Omvang – Besluit houdende toepassing van de mededingingsregels

(Art. 253 EG)

5.      Beroep tot nietigverklaring – Middelen – Ontbrekende of ontoereikende motivering – Ander middel dan het middel betreffende de materiële wettigheid

(Art. 230 EG en 253 EG)

6.      Recht van de Europese Unie – Beginselen – Bescherming van het gewettigd vertrouwen – Voorwaarden en grenzen – Stilzitten van de Commissie – Handhaving van een bestaande situatie die zij in het kader van haar ruime beoordelingsvrijheid kan wijzigen – Geen gewettigd vertrouwen

7.      Recht van de Europese Unie – Beginselen – Grondrechten – Eigendomsrecht – Beperkingen – Toelaatbaarheid – Voorwaarden

(Art. 295 EG)

8.      Beroep tot nietigverklaring – Middelen – Misbruik van bevoegdheid – Begrip

(Art. 230 EG)

9.      Recht van de Europese Unie – Beginselen – Evenredigheid – Evenredig karakter van een maatregel – Beoordelingscriteria

1.      Alvorens te kunnen beoordelen of een onderneming een machtspositie in de zin van artikel 82 EG inneemt, moet de betrokken markt zowel met betrekking tot het betreffende product of de betreffende dienst als geografisch worden omschreven. Deze afbakening dient te worden verricht ter bepaling van het gebied waarbinnen dient te worden beoordeeld of de betrokken onderneming in staat is zich in belangrijke mate onafhankelijk te gedragen ten opzichte van haar concurrenten, haar klanten en de consumenten.

Ter afbakening van de betrokken markt voor de toepassing van artikel 82 EG moeten de concurrentiemogelijkheden worden beoordeeld binnen het kader van de markt van alle producten of diensten die door hun eigenschappen bijzonder geschikt zijn om in een constante behoefte te voorzien, en die slechts in geringe mate door andere producten of diensten kunnen worden vervangen, waarbij ook de mededingingsvoorwaarden en de structuur van vraag en aanbod op de markt in aanmerking moeten worden genomen. Zoals met name uit punt 7 van de bekendmaking van de Commissie inzake de bepaling van de relevante markt voor het gemeenschappelijke mededingingsrecht volgt, omvat de betrokken markt dus alle producten en/of diensten die op grond van hun kenmerken, hun prijzen en het gebruik waarvoor zij zijn bestemd, door de consument als onderling verwisselbaar of substitueerbaar worden beschouwd.

(zie punten 60, 61)

2.      Voor de toepassing van artikel 82 EG kan de betrokken geografische markt worden gedefinieerd als het grondgebied waarop voor alle marktdeelnemers met betrekking tot de relevante producten of diensten gelijke mededingingsvoorwaarden gelden. In dit verband is het niet nodig dat de objectieve mededingingsvoorwaarden voor de marktdeelnemers volkomen homogeen zijn. Het volstaat dat zij gelijksoortig of voldoende homogeen zijn. Bovendien kan die markt uit slechts één lidstaat bestaan.

Bijgevolg kon de Commissie bij haar onderzoek of een onderneming een machtspositie op de Griekse markt voor levering van bruinkool had, deze markt geografisch op goede gronden beperken tot de bruinkool die werd geproduceerd in Griekenland, aangezien deze onderneming niet het bewijs had kunnen leveren dat de invoer van bruinkool uit bepaalde naburige gebieden van Griekenland naar Griekse elektriciteitscentrales die in de nabijheid van de grens zijn gelegen, een reële alternatieve toeleveringsbron voor de op het Griekse grondgebied gelegen bruinkoollagen was.

(zie punten 62, 94)

3.      Een stelsel van onvervalste mededinging kan slechts worden gegarandeerd indien wordt gezorgd voor gelijke kansen voor de onderscheiden marktdeelnemers. Hieruit volgt dat indien de ongelijkheid van kansen tussen de marktdeelnemers, en dus de vervalste mededinging, is toe te schrijven aan een overheidsmaatregel, een dergelijke maatregel schending oplevert van artikel 86, lid 1, EG juncto artikel 82 EG.

De Commissie is voor haar vaststelling dat sprake is van schending van de gecombineerde bepalingen van de artikelen 86, lid 1, EG en 82 EG, niet gehouden om het bewijs te leveren van de impact van deze schending op de belangen van de consument.

(zie punten 114, 214)

4.      Zie de tekst van de beslissing.

(zie punt 195)

5.      Zie de tekst van de beslissing.

(zie punt 200)

6.      Zie de tekst van de beslissing.

(zie punten 222, 223)

7.      Zie de tekst van de beslissing.

(zie punt 231)

8.      Zie de tekst van de beslissing.

(zie punt 233)

9.      Zie de tekst van de beslissing.

(zie punt 240)