Beroep ingesteld op 25 juni 2013 – Federación Española de Hostelería / EACEA
(Zaak T-340/13)
Procestaal: Spaans
Partijen
Verzoekende partij: Federación Española de Hostelería (Madrid, Spanje) (vertegenwoordigers: F. del Nogal Méndez en R. Fernández Flores, advocaten)
Verwerende partij: Uitvoerend Agentschap Onderwijs, audiovisuele media en cultuur
Conclusies
De verzoekende partij verzoekt het Gerecht:
besluit 2007-19641 134736-LLP-I-2007-1-ES-leonardo-LMP nietig te verklaren;
subsidiair, het dossier te herstellen in de toestand waarin het zich bevond op het ogenblik waarop het door de accountants naar het verkeerde adres is gezonden, zodat verzoekster naar behoren opmerkingen kan maken;
subsidiair, het bedrag waarvoor om terugbetaling wordt verzocht overeenkomstig het evenredigheidsbeginsel te verminderen;
de Commissie te verwijzen in de kosten van het geding;
de Commissie te veroordelen tot terugbetaling van de betaalde bedragen, vermeerderd met de rente.
Middelen en voornaamste argumenten
Ter ondersteuning van haar beroep voert de verzoekende partij zes middelen aan.
1. Eerste middel: schending van de procedure
De briefwisseling betreffende het auditrapport werd gezonden aan een derde, die buiten de relatie tussen verzoekster en het Uitvoerend Agentschap stond.
2. Tweede middel: niet-nakoming van de motiveringsplicht
Het besluit tot terugvordering is niet naar behoren gemotiveerd, aangezien het Uitvoerend Agentschap verzoekster enkel de debetnota heeft gezonden, vergezeld van het auditrapport.
3. Derde middel: schending van de rechten van de verdediging
Verzoekster heeft tijdens de administratieve procedure nooit haar mening te kennen kunnen geven over de juistheid en de relevantie van de ten laste gelegde feiten en over de documenten op basis waarvan de Commissie heeft vastgesteld dat het recht van de Unie was geschonden.
4. Vierde middel: schending van het vertrouwensbeginsel
Tot april 2013 heeft het Uitvoerend Agentschap nooit enige onregelmatigheid in het verloop en de uitvoering van het project vastgesteld, dat in december 2009 is overeengekomen.
5. Vijfde middel: misbruik van bevoegdheid
De Commissie heeft verzoekster niet meegedeeld welke feiten haar ten laste kunnen worden gelegd, en heeft haar niet de gelegenheid gegeven om te worden gehoord voordat de sanctie werd opgelegd.
6. Ten slotte stelt verzoekster dat het evenredigheidsbeginsel is geschonden.