Language of document : ECLI:EU:T:2017:4

Zaak T189/14

Deza, a.s.

tegen

Europees Agentschap voor chemische stoffen

„Toegang tot documenten – Verordening (EG) nr. 1049/2001 – Bij het ECHA berustende documenten die informatie bevatten welke is verstrekt in het kader van de procedure betreffende een aanvraag voor een autorisatie voor het gebruik van de stof bis(2-ethylhexyl)ftalaat (DEHP) – Besluit tot openbaarmaking van bepaalde gegevens die door de verzoekende partij als vertrouwelijk worden beschouwd – Uitzondering betreffende de bescherming van commerciële belangen – Begrip ,persoonlijke levenssfeer’ – Eigendomsrecht – Motiveringsplicht”

Samenvatting – Arrest van het Gerecht (Vierde kamer) van 13 januari 2017

1.      Instellingen van de Europese Unie – Recht van toegang van het publiek tot documenten – Verordening nr. 1049/2001 – Uitzonderingen op het recht van toegang tot documenten – Weigering van toegang – Mogelijkheid zich te baseren op algemene vermoedens die gelden voor bepaalde categorieën van documenten – Doel – Bestaan van een algemeen vermoeden voor documenten die zijn overgelegd in het kader van een autorisatieprocedure voor het gebruik van een chemische stof – Geen – Schending van het eigendomsrecht – Geen

(Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, art. 17; verordeningen van het Europees Parlement en de Raad nr. 1049/2001, art. 4, en nr. 1907/2006, art. 118)

2.      Instellingen van de Europese Unie – Recht van toegang van het publiek tot documenten – Verordening nr. 1049/2001 – Uitzonderingen op het recht van toegang tot documenten – Bescherming van commerciële belangen – Werkingssfeer – Bundeling van wetenschappelijke studies die zijn overgelegd in het kader van een autorisatieprocedure voor het gebruik van een chemische stof – Daaronder begrepen – Voorwaarde

(Verordeningen van het Europees Parlement en de Raad nr. 1049/2001, overwegingen 4 en 11 en art. 1 en 4, en nr. 1907/2006, art. 118)

3.      Instellingen van de Europese Unie – Recht van toegang van het publiek tot documenten – Verordening nr. 1049/2001 – Uitzonderingen op het recht van toegang tot documenten – Bescherming van commerciële belangen – Weigering van toegang – Motiveringsplicht –Omvang

(Verordening nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad, art. 4)

4.      Instellingen van de Europese Unie – Recht van toegang van het publiek tot documenten – Verordening nr. 1049/2001 – Uitzonderingen op het recht van toegang tot documenten – Bescherming van de commerciële belangen van een bepaalde persoon – Omvang

(Verordening nr.1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad, art. 4, lid 2, eerste streepje)

5.      Gerechtelijke procedure – Aanvoering van nieuwe middelen in de loop van het geding – Voorwaarden – Aanvulling van een aangevoerd middel – Ontvankelijkheid

(Reglement voor de procesvoering, art. 48, lid 2, eerste alinea)

6.      Harmonisatie van de wetgevingen – Registratie, beoordeling en autorisatie van chemische stoffen – REACH-verordening – Verspreiding van bepaalde informatie over de geregistreerde stoffen op internet – Gegevens betreffende de DNEL- en PNEC-waarden van een stof – Omvang van de verplichting tot openbaarmaking

[Verordening nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad, art. 119, lid 1, f)]

7.      Harmonisatie van de wetgevingen – Registratie, beoordeling en autorisatie van chemische stoffen – REACH-verordening – Verspreiding van bepaalde informatie over de geregistreerde stoffen op internet – Gegevens die zijn overgelegd in het kader van een autorisatieprocedure – Schending van de overeenkomst inzake de handelsaspecten van de intellectuele eigendom (TRIPs) – Geen

(TRIPs-overeenkomst, art. 39, leden 2 en 3; verordeningen van het Europees Parlement en de Raad nr. 1049/2001 en nr. 1907/2006, art. 119)

8.      Instellingen van de Europese Unie – Recht van toegang van het publiek tot documenten – Verordening nr. 1049/2001 – Uitzonderingen op het recht van toegang tot documenten – Bescherming van commerciële belangen – Hoger openbaar belang dat openbaarmaking van documenten gebiedt – Aanvoering van het transparantiebeginsel – Noodzaak om specifieke redenen in verband met de zaak aan te voeren

(Verordening nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad, art. 4, lid 2)

9.      Harmonisatie van de wetgevingen – Registratie, beoordeling en autorisatie van chemische stoffen – REACH-verordening – Verspreiding van bepaalde informatie over de geregistreerde stoffen op internet – Gegevens betreffende de DNEL- en PNEC-waarden van een stof – Rechtvaardiging op basis van het transparantiebeginsel

[Verordening nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad, overweging 117 en art. 119, lid 1, f)]

10.    Handelingen van de instellingen – Motivering – Verplichting – Omvang

(Art. 296 VWEU)

11.    Grondrechten – Handvest van de grondrechten van de Europese Unie – Eigendomsrecht – Werkingssfeer – Rechten waaruit een verworven rechtspositie voortvloeit – Begrip

(Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, art. 17, lid 1)

12.    Instellingen van de Europese Unie – Recht van toegang van het publiek tot documenten – Verordening nr. 1049/2001 – Uitzonderingen op het recht van toegang tot documenten – Bescherming van het besluitvormingsproces – Voorwaarden – Concrete, daadwerkelijke en ernstige ondermijning van dat proces

(Verordening nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad, art. 4, lid 3)

1.      Op het gebied van toegang van het publiek tot documenten die in het bezit zijn van de instellingen van de Unie, wordt erkend dat de instellingen en de agentschappen zich op algemene aannames kunnen baseren die voor bepaalde categorieën documenten gelden, aangezien analoge algemene overwegingen kunnen gelden voor verzoeken om openbaarmaking betreffende documenten van dezelfde aard.

De toepassing van algemene aannames is in wezen geboden wegens de dwingende noodzaak om de correcte werking van de betrokken procedures te verzekeren en te garanderen dat de doelstellingen ervan onverlet blijven. Zo kan de erkenning van een algemene aanname gebaseerd zijn op de onverenigbaarheid van toegang tot documenten van bepaalde procedures met het goede verloop daarvan en op een dreigende ondermijning van die procedures, met dien verstande dat de algemene aannames de integriteit van het verloop van de procedure kunnen beschermen door de inmenging van derden te beperken. De toepassing van specifieke voorschriften die zijn vastgesteld in een juridische handeling betreffende een procedure bij een Unie-instelling ten behoeve waarvan de gevraagde documenten zijn opgesteld, is een van de criteria tot rechtvaardiging van de erkenning van een algemene aanname.

Wat verordening nr. 1907/2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH) betreft, in tegenstelling tot de situaties waarvoor wordt aanvaard dat de algemene aannames om toegang tot de documenten te weigeren van toepassing zijn, regelt deze verordening uitdrukkelijk de onderlinge verhouding tussen die verordening en verordening nr. 1049/2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie. Artikel 118 van verordening nr. 1907/2006 bepaalt namelijk dat verordening nr. 1049/2001 van toepassing is op de documenten die bij het Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA) berusten. Deze verordening bevat geen restrictieve regeling van het gebruik van de documenten die zijn opgenomen in het dossier betreffende een autorisatieprocedure voor het gebruik van een chemische stof. Deze verordening voorziet immers niet in een beperking van de toegang tot het dossier tot de betrokken partijen of de klagers. Uit de bepalingen van verordening nr. 1907/2006 vloeit dus geen algemene aanname voort. Aanvaard kan dus niet worden dat documenten die in het kader van de in deze verordening neergelegde autorisatieprocedure aan het ECHA zijn overgelegd, worden geacht kennelijk in hun geheel onder de uitzondering betreffende de bescherming van de commerciële belangen van de aanvrager van de autorisatie te vallen.

In dit verband kunnen artikel 8 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden en artikel 17 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie niet aldus worden uitgelegd dat zij voorschrijven dat automatisch uitzondering wordt gemaakt op het beginsel van openbaarmaking van documenten die zijn opgesteld in het kader van de handelsactiviteit van een particuliere entiteit. Wanneer een derde om toegang tot dit soort documenten verzoekt, moet immers elk daarvan concreet en doeltreffend worden onderzocht, behalve voor gevallen waarin de Unierechter heeft erkend dat sprake is van een algemene aanname van weigering van toegang tot de betrokken documenten.

(zie punten 34, 37, 39, 40, 163)

2.      De procedure betreffende de aanvraag voor een autorisatie van het gebruik van een chemische stof wordt geregeld door verordening nr. 1907/2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH), waarin een Unierechtelijke procedure voor de autorisatie van het gebruik van chemische stoffen is vastgesteld. Artikel 118 van deze verordening bepaalt dat verordening nr. 1049/2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie van toepassing is op de documenten die bij het Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA) berusten. Hieruit volgt dat het in overweging 4 en artikel 1 van verordening nr. 1049/2001 vastgelegde beginsel van een zo groot mogelijke openheid van documenten voor het publiek in beginsel moet worden geëerbiedigd met betrekking tot de documenten die in het bezit zijn van het ECHA. Niettemin is het beginsel van de ruimst mogelijke toegang van het publiek tot documenten enigszins begrensd om redenen van openbaar of particulier belang. Verordening nr. 1049/2001, met name overweging 11 en artikel 4 ervan, voorziet namelijk in een uitzonderingsregeling volgens welke de instellingen en de instanties documenten niet openbaar mogen maken wanneer deze openbaarmaking tot ondermijning van een van die belangen zou leiden.

Met betrekking tot een verzoek om toegang tot in het kader van een aanvraag voor een autorisatie overgelegde gegevens aangaande wetenschappelijke studies en de inhoud ervan, lijkt de openbaarmaking van de verzameling van de daarin opgenomen beschrijvende gegevens, die toegankelijk zijn voor het publiek, op zich niet te volstaan om de bescherming van de commerciële belangen van de aanvrager van de autorisatie te kunnen ondermijnen. Deze laatste moet aantonen hoe deze bundeling van wetenschappelijke gegevens in de betrokken zaak gevoelige bedrijfsinformatie kan opleveren en de openbaarmaking ervan zijn commerciële belangen kan aantasten. Ook al moet worden erkend dat het werk van systematisering van de gegevens dat door die aanvrager is verricht, een zekere commerciële waarde kan hebben, het is enkel indien de door hem bij die compilatiewerkzaamheden verrichtte beoordelingen een meerwaarde zouden vertonen – omdat zij bijvoorbeeld nieuwe wetenschappelijke conclusies opleveren of overwegingen betreffen over een innoverende strategie waarmee de onderneming een commerciële voorsprong ten aanzien van haar concurrenten verkrijgt – dat zij verband zouden hebben gehouden met commerciële belangen waarvan artikel 4, lid 2, van verordening nr. 1049/2001 de bescherming verzekert.

(zie punten 50, 51, 60, 67)

3.      Zie de tekst van de beslissing.

(zie punten 52‑54)

4.      Zie de tekst van de beslissing.

(zie punten 55, 56)

5.      Volgens artikel 48, lid 2, eerste alinea, van het Reglement voor de procesvoering mogen in de loop van het geding geen nieuwe middelen worden voorgedragen, tenzij zij steunen op gegevens, hetzij rechtens of feitelijk, waarvan eerst in de loop van de behandeling is gebleken. Een middel dat slechts de uitwerking is van een eerder rechtstreeks of stilzwijgend aangevoerd middel en dat daarmee nauw verband houdt, moet evenwel als ontvankelijk worden beschouwd. Bovendien ziet het verbod van artikel 48, lid 2, van het Reglement voor de procesvoering enkel op nieuwe middelen en staat het niet eraan in de weg dat de verzoekende partijen nieuwe argumenten aanvoeren ter onderbouwing van middelen die reeds in het verzoekschrift zijn geformuleerd.

(zie punt 91)

6.      Uit zowel artikel 119, lid 1, onder f), van verordening nr. 1907/2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH), als bijlage I bij deze verordening volgt dat, gelet op het grote belang van de gegevens betreffende de DNEL-waarden [doses zonder effect (derived no-effect level)] en de PNEC-waarden [voorspelde concentraties zonder effect (predicted no-effect concentration)] voor de bescherming van de volksgezondheid en het milieu, de beoordeling van de chemische veiligheid van een stof en de gegevens die daaruit voortvloeien betrekking moeten hebben op elk geïdentificeerd gebruik en bij die beoordeling alle fasen van de levenscyclus van die stof aan de orde moeten komen, alsook dat die gegevens openbaar dienen te worden gemaakt. De openbaarmakingsverplichting waarin deze bepaling voorziet, geldt wel degelijk voor de DNEL- en PNEC-waarden die zijn opgenomen in het chemischeveiligheidsrapport dat bij de autorisatieaanvraag is gevoegd.

Wat de omvang betreft van de verplichting om de in artikel 119, lid 1, onder f), van verordening nr. 1907/2006 vermelde gegevens openbaar te maken, deze verplichting strekt zich uit tot de minimale gegevens over de methode van afleiding of voorspelling van de DNEL- en PNEC-waarden en over hun correlatie met andere waarden. Deze minimale gegevens zijn immers onmisbaar om te kunnen verstaan wat de DNEL- en PNEC-waarden vertegenwoordigen en te kunnen bepalen waarop zij betrekking hebben. Erkend moet dan ook worden dat indien enkel waarden werden bekendgemaakt zonder dat enige toelichting werd verstrekt over hun betekenis, de voormelde bepaling elke nuttige werking zou verliezen.

(zie punten 105, 108)

7.      Wanneer regelgeving van de Unie bestaat op een gebied waarop de overeenkomst inzake de handelsaspecten van de intellectuele eigendom (TRIPs) betrekking heeft, is het Unierecht van toepassing, waarbij dus zo veel mogelijk een met deze overeenkomst overeenstemmende uitlegging geboden is, zonder dat evenwel aan de betrokken bepaling van deze overeenkomst rechtstreekse werking mag worden verleend.

Dienaangaande moeten de verordeningen nr. 1049/2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie en nr. 1907/2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH) aldus worden uitgelegd dat de overeenstemming ervan met artikel 39, leden 2 en 3, van de TRIPs-overeenkomst is gewaarborgd. Deze laatste bepaling kan evenwel niet ertoe leiden dat de bescherming die aan intellectuele-eigendomsrechten wordt verleend, absolute voorrang verkrijgt boven het vermoeden dat gegevens die in het kader van een aanvraag voor een autorisatie voor het gebruik van een chemische stof worden overgelegd, openbaar dienen te worden gemaakt. In die zin zou een benadering volgens welke gegevens die in het kader van een autorisatieprocedure voor het gebruik van een chemische stof zijn overgelegd, bedrijfsgeheimen (vertrouwelijke gegevens) in de zin van artikel 39, lid 2, van de TRIPs-overeenkomst betreffen, erop neerkomen dat artikel 119 van verordening nr. 1907/2006 buiten toepassing wordt gelaten. Een dergelijke benadering kan echter niet worden aanvaard, aangezien zij in feite ertoe leidt dat de rechtmatigheid van deze bepaling ter discussie wordt gesteld ten aanzien van artikel 39, leden 2 en 3, van de TRIPs-overeenkomst.

(zie punten 116, 149, 151)

8.      Zie de tekst van de beslissing.

(zie punten 123, 124)

9.      Betreffende een verzoek om toegang strekkende tot openbaarmaking van de DNEL-waarden (derived no-effect level) en de PNEC-waarden (predicted no-effect concentration) die zijn vermeld in het chemischeveiligheidsrapport en in de analyse van de alternatieven die in het kader van een autorisatieprocedure voor het gebruik van een chemische stof zijn overgelegd, gesteld al dat deze waarden verband houden met de commerciële belangen van de aanvrager van de autorisatie, bepaalt artikel 119, lid 1, onder f), van verordening nr. 1907/2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH) dat die waarden automatisch toegankelijk zijn voor het publiek. De verplichting om toegang tot deze gegevens te verlenen, wordt in overweging 117 van deze verordening gerechtvaardigd met de overweging dat de Unieburgers toegang moeten hebben tot informatie over de chemische stoffen waaraan zij kunnen worden blootgesteld, zodat zij met kennis van zaken over het gebruik ervan kunnen beslissen.

Uit artikel 119, lid 1, van verordening nr. 1907/2006 en uit overweging 117 ervan volgt dat de Uniewetgever heeft geoordeeld dat de openbaarmaking van de aldaar vermelde gegevens van groot belang was. Deze wetgever heeft zelf een belangenafweging verricht en is tot de vaststelling gekomen dat het belang bij openbaarmaking van de gegevens houdende de DNEL- en PNEC-waarden voorrang heeft boven het belang van de aanvrager van de autorisatie bij niet-openbaarmaking ervan, aangezien deze informatie betrekking heeft op belangen die tot de belangrijkste behoren, te weten die welke betrekking hebben op de gezondheid van de mens en het milieu. Uit deze overwegingen kan worden afgeleid dat het transparantiebeginsel ter zake dermate bijzonder gewichtig is dat het voorrang heeft boven de eventuele redenen die de weigering van openbaarmaking van de betrokken gegevens zouden kunnen rechtvaardigen. Hetzelfde geldt voor de NOAEL-blootstellingswaarden – dat wil zeggen de waarden die ertoe strekken de maximale concentratie aan te geven zonder dat een schadelijk effect wordt waargenomen – waarvan sprake is in de analyses, methodes en overwegingen.

(zie punten 127‑129)

10.    Zie de tekst van de beslissing.

(zie punt 133)

11.    Zie de tekst van de beslissing.

(zie punt 161)

12.    Zie de tekst van de beslissing.

(zie punten 172, 173)