Language of document :

Beroep ingesteld op 27 juni 2012 - CD / Raad

(Zaak T-646/11)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: CD (Minsk, Belarus) (vertegenwoordiger: M. Michalauskas, advocaat)

Verwerende partij: Raad van de Europese Unie

Conclusies

besluit 2011/666/GBVB van de Raad van 10 oktober 2011 tot wijziging van besluit 2010/639/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Belarus, voor zover het verzoeker betreft, nietig verklaren;

uitvoeringsverordening (EU) nr. 1000/2011 van de Raad van 10 oktober 2011 tot uitvoering van artikel 8 bis, lid 1, van verordening nr. 765/2006 betreffende beperkende maatregelen tegen Belarus, voor zover zij verzoeker betreft, nietig verklaren;

de beslissing van 11 november 2011 van de Raad houdende weigering om verzoeker te schrappen van bijlage III A bij besluit 2010/639/GBVB van de Raad van 25 oktober 2010 betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde functionarissen van Belarus, zoals gewijzigd bij besluit 2011/69/GBVB van de Raad van 31 januari 2011, nietig verklaren;

de Raad verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van zijn beroep voert verzoeker vijf middelen aan.

Ontoereikende motivering en schending van het recht van verdediging, aangezien de motivering van de bestreden handelingen verzoeker niet in staat stelt de rechtsgeldigheid ervan voor het Gerecht te betwisten en zij het Gerecht niet in staat stelt de wettigheid ervan te toetsen.

Schending van het beginsel van persoonlijke aansprakelijkheid, aangezien de bestreden handelingen stellen dat er aansprakelijkheid is en zij maatregelen vaststellen zonder dat verzoekers persoonlijke betrokkenheid bij de feiten, die deze maatregelen rechtvaardigt, uit die handelingen blijkt.

Ontbreken van rechtsgrondslag, aangezien uit de bestreden handelingen niet blijkt dat verzoeker een positieve rechtsnorm heeft geschonden.

Beoordelingsfout, aangezien de bestreden handelingen niet door feiten worden ondersteund.

Schending van het evenredigheidsbeginsel, aangezien de persoonlijke betrokkenheid van verzoeker bij de collectieve beslissing op grond waarvan een maatregel op hem is toegepast, niet in verhouding tot deze maatregel staat.

____________