Beroep ingesteld op 18 oktober 2021 – IR / Commissie
(Zaak T-685/21)
Procestaal: Frans
Partijen
Verzoekende partij: IR (vertegenwoordigers: S. Pappas en A. Pappas, advocaten)
Verwerende partij: Europese Commissie
Conclusies
nietigverklaring van het besluit van 11 december 2020 waarbij het afwikkelingsbureau te Brussel heeft geweigerd om de regeling inzake ernstige ziekte voor verzoekers zoon te verlengen;
nietigverklaring van het besluit van 8 juli 2021 waarbij het tot aanstelling bevoegd gezag verzoekers klacht uit hoofde van artikel 90, lid 2, van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie heeft afgewezen;
verwijzing van de Commissie in de kosten.
Middelen en voornaamste argumenten
Ter ondersteuning van haar beroep voert de verzoekende partij zes middelen aan.
Eerste middel: de bestreden besluiten zijn ten onrechte gebaseerd op het tweede advies van de raadgevend arts.
Tweede middel: de bestreden besluiten zijn onvoldoende gemotiveerd.
Derde middel: de bestreden besluiten berusten op een kennelijk onjuiste beoordeling en een onjuiste opvatting van de feiten.
Vierde middel: schending van het recht op behoorlijk bestuur en van het recht om te worden gehoord.
Vijfde middel: de bestreden besluiten zijn ten onrechte gebaseerd op een advies van de medische raad.
Zesde middel: de precontentieuze procedure is niet geëerbiedigd.
____________