Language of document :

Beroep ingesteld op 16 december 2022 – Europese Commissie/Portugese Republiek

(Zaak C-768/22)

Procestaal: Portugees

Partijen

Verzoekende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: L. Armati, P. Caro de Sousa, gemachtigden)

Verwerende partij: Portugese Republiek

Conclusies

vaststellen dat de Portugese Republiek de verplichtingen niet is nagekomen die op haar rusten krachtens artikel 49, lid 1, van bijlage VI en artikel 59, lid 3, van richtlijn 2005/36/EG en de artikelen 45, 49 en 56 VWEU, door artikel 2 van wet nr. 25/2018 van 14 juni 2018 te handhaven, waarbij in artikel 25 van wet nr. 31/2009 van 3 juli 2009, zoals gewijzigd bij wet nr. 40/2015, een lid 7 is ingevoegd dat luidt: „Houders van een diploma van burgerlijk ingenieur als bedoeld in bijlage VI bij richtlijn 2005/36/EG1 van het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties, zoals gewijzigd bij richtlijn 2013/55/EU van 20 november 2013, die hun universitaire opleiding in de daarin bedoelde academische jaren zijn begonnen, en die aantonen, overeenkomstig decreet nr. 73/73 van 28 februari 1973, dat zij tussen 1 november 2009 en 1 november 2017 hebben ingeschreven op een architectuurproject dat door de gemeente is goedgekeurd, mogen de in dat decreet specifiek bedoelde projecten uitvoeren onder de daarin vastgestelde voorwaarden en met inachtneming van de voor die activiteit geldende wettelijke regeling, maar moeten voldoen aan de bij deze wet opgelegde verplichtingen en zo nodig aan de bevoegde administratieve instanties aantonen dat zij daaraan voldoen”.

De Portugese Republiek verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

De ingenieurs van wie de diploma’s zijn opgenomen in bijlage VI bij richtlijn 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties, hebben rechten verworven die hen in staat stellen om in de gehele Europese Unie architectuurprojecten uit te voeren („verworven rechten”). Ingenieurs hebben alleen verworven rechten indien zij hun opleiding uiterlijk in het in bijlage VI bij de richtlijn genoemde academisch jaar hebben voltooid.

In 2018 heeft de Portugese Republiek een regeling aangenomen (wet nr. 25/2018 van 14 juni 2018) die de verworven rechten van deze ingenieurs, de toegang tot het beroep van architect en het vrije verkeer van personen aanzienlijk heeft beperkt. Met name artikel 2 van die wet:

a. Beperkt de verworven rechten tot burgerlijk ingenieurs die hun opleiding zijn begonnen in de in de richtlijn bedoelde academische jaren – dat wil zeggen dat alle burgerlijk ingenieurs die hun opleiding in eerdere academische jaren zijn begonnen, worden uitgesloten van de mogelijkheid om hun verworven rechten uit te oefenen; en

b. Vereist op discriminerende wijze en zonder enige grondslag daarvoor in de richtlijn dat een burgerlijk ingenieur, om een architectuurproject te mogen uitvoeren, tussen 1 november 2009 en 1 november 2017 heeft ingeschreven op een architectuurproject dat door een gemeente is goedgekeurd. Het is bijzonder moeilijk om aan dit vereiste te voldoen omdat de Portugese lokale overheden sinds 2015 systematisch architectuurprojecten afwijzen die zijn ingediend door ingenieurs die krachtens richtlijn 2005/36/EG verworven rechten hebben.

Op 24 januari 2019 heeft de Commissie de Portugese Republiek een aanmaningsbrief gestuurd. Vervolgens is de Portugese Republiek op 29 februari 2020 een met redenen omkleed advies toegezonden, waarop de Portugese Republiek niet heeft geantwoord.

____________

1 PB 2005, L 255, blz. 22.