Language of document : ECLI:EU:T:2015:128

ARREST VAN HET GERECHT (Eerste kamer)

3 maart 2015 (*)

„Gemeenschapsmerk – Aanvragen voor gemeenschapsbeeldmerken die speelborden van gezelschapsspellen afbeelden – Absolute weigeringsgronden – Geen onderscheidend vermogen – Artikel 7, lid 1, onder b), en artikel 7, lid 3, van verordening (EG) nr. 207/2009”

In de gevoegde zaken T‑492/13 en T‑493/13,

Schmidt Spiele GmbH, gevestigd te Berlijn (Duitsland), vertegenwoordigd door T. Sommer, advocaat,

verzoekster,

tegen

Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) (BHIM), vertegenwoordigd door A. Schifko als gemachtigde,

verweerder,

betreffende een beroep tegen de beslissingen van de eerste kamer van beroep van het BHIM van 3 juli 2013 (zaken R 1767/2012‑1 en R 1768/2012‑1) inzake aanvragen tot inschrijving van beeldtekens die speelborden van gezelschapsspellen afbeelden als gemeenschapsmerk,

wijst

HET GERECHT (Eerste kamer),

samengesteld als volgt: H. Kanninen, president, I. Pelikánová (rapporteur) en E. Buttigieg, rechters,

griffier: E. Coulon,

gezien de op 13 september 2013 ter griffie van het Gerecht neergelegde verzoekschriften,

gezien de op 29 november 2013 ter griffie van het Gerecht neergelegde memorie van antwoord,

gezien de weigering van 9 januari 2014 van toelating tot indiening van een memorie van repliek,

gezien de beschikking van 11 november 2013 houdende voeging van de zaken T‑492/13 et T‑493/13 voor de schriftelijke en de mondelinge behandeling en voor het arrest,

gelet op de omstandigheid dat geen van de partijen om vaststelling van een terechtzitting heeft verzocht binnen een maand na de betekening van de sluiting van de schriftelijke behandeling, en dus op rapport van de rechter-rapporteur overeenkomstig artikel 135 bis van het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht is besloten om zonder mondelinge behandeling uitspraak te doen,

het navolgende

Arrest (1)

[omissis]

 Conclusies van partijen

6        Verzoekster verzoekt het Gerecht:

–        de bestreden beslissingen te vernietigen;

–        het BHIM te verwijzen in de kosten.

7        Het BHIM verzoekt het Gerecht:

–        de beroepen te verwerpen;

–        verzoekster te verwijzen in de kosten.

 In rechte

 Geen verzoek om vaststelling van een terechtzitting

8        Volgens artikel 135 bis van het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht kan het Gerecht, na de indiening van de in artikel 135, lid 1, en, in voorkomend geval, artikel 135, leden 2 en 3, bedoelde memories, op rapport van de rechter-rapporteur, de partijen gehoord, besluiten om zonder mondelinge behandeling uitspraak te doen op het beroep, tenzij een van de partijen een verzoek indient waarin zij aangeeft om welke redenen zij wenst te worden gehoord. Dit verzoek wordt ingediend binnen een maand nadat de sluiting van de schriftelijke behandeling aan de partij is betekend.

9        In de verzoekschriften heeft verzoekster het Gerecht verzocht om een terechtzitting vast te stellen, met name omdat de vraag of een speelbord als merk kan worden ingeschreven, nieuw was. Omdat dit verzoek gelet op artikel 135 bis van het Reglement voor de procesvoering voorbarig was, kon het echter niet in aanmerking worden genomen.

10      Uit de bewoordingen en de opzet van dit artikel blijkt immers dat verzoeken om een terechtzitting, en het onderzoek door het Gerecht van het nut van een dergelijke terechtzitting, slechts kunnen gebeuren nadat de partijen en het Gerecht – na afloop van de schriftelijke behandeling – beschikken over alle elementen van het dossier en het betoog van alle partijen om zich over dit nut uit te spreken. Bovendien kunnen redenen van proceseconomie niet rechtvaardigen dat vóór de betekening van de sluiting van de schriftelijke behandeling een verzoek om een pleitzitting wordt ingediend, aangezien het Gerecht overeenkomstig artikel 135 bis van het Reglement voor de procesvoering in ieder geval na de sluiting van de schriftelijke behandeling pas kan beslissen om zonder mondelinge behandeling uitspraak te doen nadat het partijen de gelegenheid heeft gegeven om zich op deze bepaling te beroepen.

11      Ten slotte dient te worden opgemerkt dat de griffie van het Gerecht bij brief van 13 januari 2014, waarbij aan verzoekster de verwerping van haar verzoek om een repliek te mogen indienen en de sluiting van de schriftelijke behandeling werden betekend, haar aandacht heeft gevestigd op artikel 135 bis van het Reglement van de procesvoering en heeft aangegeven dat de termijn om een dergelijk verzoek in te dienen slechts eenmaal liep, en dit vanaf die betekening. Verzoekster heeft evenwel geen nieuw verzoek om een terechtzitting vast te stellen ingediend binnen de in deze bepaling vastgestelde termijn van één maand.

12      In die omstandigheden heeft het Gerecht overeenkomstig artikel 135 bis van het Reglement voor de procesvoering beslist om zonder mondelinge behandeling uitspraak te doen.

[omissis]

HET GERECHT (Eerste kamer),

rechtdoende, verklaart:

1)      De beslissingen van de eerste kamer van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) (BHIM) van 3 juli 2013 (zaken R 1767/2012‑1 en R 1768/2012‑1) worden vernietigd, voor zover daarbij de beroepen van Schmidt Spiele GmbH zijn verworpen voor andere waren en diensten dan „computers”, „spelprogramma’s voor computers; videospelprogramma’s geregistreerd op cartridges, diskettes, cd-roms, cassettes, banden en minidisks”, „computerprogramma’s [geregistreerde programma’s], computerprogramma’s [downloadbaar]; software [geregistreerde programma’s]” van klasse 9, „producten van papier en karton, voor zover begrepen in klasse 16; kleurenafdrukken” van klasse 16, „spellen [waaronder elektronische spellen en videospellen], uitgezonderd als aanvullende apparatuur voor een extern beeldscherm of monitor”, „speelkaarten”, „bordspellen; kaartspellen”, „eenheden op handformaat voor het spelen van elektronische spellen”, „gezelschapsspellen” en „videospellen in samenhang met een extern beeldscherm of monitor te gebruiken”, van klasse 28, en „ontspanning”, „het organiseren en houden van ontspannende evenementen” en „diensten op het gebied van vrijetijdsbesteding” van klasse 41.

2)      De beroepen worden verworpen voor het overige.

3)      Schmidt Spiele wordt verwezen in de helft van de kosten van het BHIM en de helft van haar eigen kosten. Het BHIM wordt verwezen in de helft van de kosten van Schmidt Spiele en de helft van zijn eigen kosten.

Kanninen

Pelikánová

Buttigieg

Uitgesproken ter openbare terechtzitting te Luxemburg op 3 maart 2015.

ondertekeningen


* Procestaal: Duits.


1      Enkel de punten van dit arrest waarvan het Gerecht publicatie nuttig acht, worden weergegeven.