Language of document :

Mededeling in het PB

 

Beroep, op 28 februari 2002 ingesteld door Vereins- und Westbank AG tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

    (Zaak T-54/02)

    Procestaal: Duits

Bij het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen is op 28 februari 2002 beroep ingesteld tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen door Vereins- und Westbank AG, Hamburg, vertegenwoordigd door J. L. Schulte, M. Ewen en A. Neus, advocaten.

Verzoekster concludeert dat het het Gerecht behage:

1.nietig te verklaren beschikking C(2001)3693 def. [in zaak COMP/E-1/37.919 (ex 37.391) ( bankkosten voor de omwisseling van valuta uit de eurozone ( Duitsland] van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 11 december 2001, voorzover zij verzoekster betreft;

2.subsidiair, de verzoekster opgelegde geldboete in te trekken of, meer subsidiair, te verlagen;

3.de Commissie te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Verzoekster komt op tegen beschikking C(2001)3693 def. van 11 december 2001 in een procedure krachtens artikel 81 EG-Verdrag betreffende zaak COMP/E-1/37.919 (ex 37.391) ( bankkosten voor de omwisseling van valuta uit de eurozone ( Duitsland.

De bestreden beschikking van de Commissie van 11 december 2001, die op 19 december 2001 te Hamburg (Duitsland) is betekend, vormt een schending van het recht.

Zij is een schending van het EG-Verdrag en van de ter uitvoering daarvan toe te passen rechtsvoorschriften (artikel 230, tweede alinea, EG), en moet op deze grond nietig worden verklaard. De Commissie baseert haar beschikking op irrelevante feiten. Verzoekster heeft slechts toevallig aan de litigieuze bijeenkomst van wisselhandelaren op 15 oktober 1997 deelgenomen. Deze bijeenkomst voldoet niet aan de voorwaarden voor een mededingingsbeperkende afspraak in de zin van artikel 81 EG-Verdrag.

Waar de Commissie tot de tegenovergestelde conclusie komt, is zulks gebaseerd op een ontoereikend en partijdig onderzoek van de feiten en op een zeer gebrekkige beoordeling van het bewijsmateriaal.

De administratieve procedure voldeed niet aan de eisen van het gemeenschapsrecht, nu sprake is van schending van verzoeksters recht van verdediging, van haar recht van hoor en wederhoor, en van haar recht op inzage van de stukken.

Verder zijn bij de totstandkoming van de beschikking wezenlijke vormvoorschriften in de zin van artikel 230, tweede alinea, EG geschonden; meer in het bijzonder heeft verweerster de beschikking niet naar behoren met redenen omkleed.

De Commissie heeft misbruik gemaakt van haar beoordelingsbevoegdheid in de zin van artikel 230, tweede alinea, EG. De procedure was niet bedoeld om een einde te maken aan mededingingsbeperkende gedragingen, doch wel om de rechten bij omwisseling van valuta te doen verlagen.

Het opleggen van een geldboete is eveneens uit het oogpunt van de hoogte van het boetebedrag onwettig. Verweerster heeft de beginselen inzake vaststelling van geldboeten niet naar behoren toegepast.

____________