Beschikking van de president van het Gerecht van 11 december 2007 – FMC Chemical e.a. / Commissie
(Zaak T‑349/07 R)
„Kort geding – Richtlijn 91/414/EEG – Verzoek tot opschorting van tenuitvoerlegging – Ontvankelijkheid – Geen spoedeisendheid”
1. Kort geding – Voorwaarden voor ontvankelijkheid – Ontvankelijkheid prima facie van beroep in hoofdzaak (Art. 230 EG, 242 EG en 243 EG; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 104, lid 1; richtlijn 91/414 van de Raad; beschikking 2007/415 van de Commissie) (cf. punten 46‑47, 49, 60-61, 65)
2. Kort geding – Voorwaarden voor ontvankelijkheid – Verzoekschrift – Vormvereisten (Art. 242 EG; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 104, leden 2 en 3) (cf. punten 66‑67)
3. Kort geding – Opschorting van tenuitvoerlegging – Voorwaarden voor toekenning – Spoedeisendheid – Ernstige en onherstelbare schade (Art. 242 EG; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 104, lid 2) (cf. punten 98‑101, 103, 114)
Voorwerp
| Verzoek tot opschorting van de tenuitvoerlegging van beschikking 2007/415/EG van de Commissie van 13 juni 2007 betreffende de niet-opneming van carbosulfan in bijlage I bij richtlijn 91/414/EEG van de Raad en de intrekking van de toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die deze stof bevatten (PB L 156, blz. 28), tot de uitspraak van het arrest in de hoofdzaak |
Dictum
1) | | Het verzoek in kort geding wordt afgewezen. |
2) | | De beslissing omtrent de kosten wordt aangehouden. |