Language of document :

Mededeling in het PB

 

Beroep, op 11 januari 2005 ingesteld door Antonello Violetti en anderen tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

(Zaak T-22/05)

Procestaal: Frans

Bij het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen is op 11 januari 2005 beroep ingesteld tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen door Antonello Violetti, wonende te Cittiglio (Italië), en 12 andere ambtenaren, vertegenwoordigd door Eric Boigelot, advocaat.

Verzoekers concluderen dat het het Gerecht behage:

─    overlegging te bevelen van alle door het Europees Bureau voor Fraudebestrijding (OLAF) verzegelde dossiers betreffende verzoekers;

─    overlegging te bevelen van het verslag dat het tegen verzoekers verrichte interne onderzoek afsluit;

─    het tegen verzoekers gevoerde onderzoek nietig te verklaren;

─    de nota van het OLAF houdende kennisgeving van het onderzoek en inkennisstelling van de Italiaanse gerechtelijke autoriteiten nietig te verklaren;

─    het aan de Italiaanse gerechtelijke autoriteiten toegezonden verslag van het onderzoek nietig te verklaren;

─    elke na het onderhavige beroep voltrokken handeling die uit deze beslissingen voortvloeit en/of erop betrekking heeft, nietig te verklaren;

─    de Commissie te veroordelen tot betaling van schadevergoeding, die ex aequo et bono geschat wordt op 30 000 EUR per verzoeker, behoudens verhoging en/of verlaging in de loop van de procedure;

─    verweerster hoe dan ook te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Het OLAF heeft verzoekers in kennis gesteld van de opening van een intern onderzoek betreffende de toepassing van de regeling voor de ongevallenverzekering. Na deze kennisgeving hebben de betrokken ambtenaren verzocht om toegang tot hun medisch dossier. Deze toegang is hun geweigerd.

Het middel is ontleend aan schending van artikel 73 van het Statuut en artikel 28 van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden, aan schending van de Regeling voor de verzekering van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen tegen ongevallen en beroepsziekten, aan niet-naleving van de algemene rechtsbeginselen, zoals het beginsel van behoorlijk bestuur, het beginsel van gelijke behandeling, alsmede aan niet-naleving van de zorgplicht en van de beginselen op grond waarvan het OLAF en de Commissie slechts een beslissing kunnen nemen op basis van gronden die juridisch aanvaardbaar zijn, dat wil zeggen relevant en vrij van kennelijke beoordelingsfouten.

Verzoekers zijn eveneens van mening dat verordening 1073/19991 en beschikking 1999/396/EG van de Commissie van 2 juni 19992 onwettig zijn en zij beroepen zich bijgevolg op een exceptie van onwettigheid in de zin van artikel 241 van het EG-Verdrag.

____________

1 - Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 25 mei 1999 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) (PB L 136, blz. 1).

2 - 1999/396/EG, EGKS, Euratom: Besluit van de Commissie van 2 juni 1999 betreffende de voorwaarden voor en de wijze van uitvoering van interne onderzoeken op het gebied van de bestrijding van fraude, corruptie en elke andere onwettige activiteit die schadelijk is voor de belangen van de Gemeenschappen (PB L 149, blz. 57).