Language of document :

Mededeling in het PB

 

Beroep, op 10 januari 2005 ingesteld door Eric Gippini Fournier tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

(Zaak T-23/05)

Procestaal: Frans

Bij het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen is op 10 januari 2005 beroep ingesteld tegen de Commissie van de Europese Gemeenschappen door E. G. Fournier, wonende te Brussel, vertegenwoordigd door A. Theissen, advocaat.

Verzoeker concludeert dat het het Gerecht behage:

─    Nietig te verklaren het besluit waarbij verzoeker in het kader van de bevorderingsronde 2003 nul "voorrangspunten DG" worden toegekend, het besluit tot verwerping van het door hem bij het bevorderingscomité ingestelde beroep strekkende tot toekenning van "voorrangspunten DG" (of van "beroepspunten" of "voorrangspunten" onder om het even welke benaming), en het besluit verzoeker geen voorrangspunten toe te kennen voor werkzaamheden in het belang van de dienst uit hoofde van artikel 9 van de algemene uitvoeringsbepalingen van artikel 45 van het Statuut:

─    de Commissie te veroordelen tot betaling aan verzoeker van schadevergoeding ten bedrage van 2 500 EUR;

─    de Commissie te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Verzoeker, ambtenaar van de Commissie, die van 1 maart 2002 tot en met 6 oktober 2003 in het belang van de dienst bij het Hof van Justitie gedetacheerd voert een exceptie van onwettigheid aan tegen de algemene uitvoeringsbepalingen van artikel 45 van het Statuut, op grond dat er geen vergelijking is gemaakt tussen zijn verdiensten en die van andere ambtenaren van andere directoraten generaal. Ook voert hij aan dat de meeste categorieën voorrangspunten onrechtmatig zijn wegens strijd met artikel 45 van het Statuut en met het non-discriminatiebeginsel.

Verzoeker beroept zich op schending van de artikelen 5, 25, 43 en 45 van het Statuut, van artikel 2, lid 1, tweede alinea, van de algemene uitvoeringsbepalingen van artikel 43 van het Statuut, alsmede van artikel 2, lid 1, en artikel 6, leden 3, 4 en 5, van de algemene uitvoeringsbepalingen van artikel 45 van het Statuut. Verzoeker beroept zich ook op schending van de beginselen van evenredigheid, non-discriminatie, gelijke behandeling en bescherming van het gewettigd vertouwen. Verzoeker stelt tot slot dat er sprake is geweest van een procedurefout, misbruik van bevoegdheid, gebrek aan motivering en kennisgeving van diverse stukken en besluiten, alsmede van kennelijke beoordelingsfouten.

____________