Language of document :

Beschikking van het Gerecht voor ambtenarenzaken (Eerste kamer) van 7 juni 2016 – Verile/Commissie

(Zaak F-108/12)1

(Openbare dienst – Ambtenaren – Pensioenen – Artikel 11, lid 2, van bijlage VIII bij het Statuut – Overdracht van de in een nationale pensioenregeling verworven pensioenrechten aan de pensioenregeling van de Unie – Voorstel voor extra pensioenjaren – Beroep – Nietigverklaring – Hogere voorziening – Herkwalificatie van de vordering tot nietigverklaring van het voorstel voor extra pensioenjaren – Uitlegging van de vordering tot nietigverklaring als strekkende tot nietigverklaring van het besluit tot erkenning van extra pensioenjaren na de overdracht van de pensioenrechten – Afwijzing van de vordering – Arrest in hogere voorziening dat gezag van gewijsde heeft gekregen – Afdoening zonder beslissing)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: Marco Verile (Cadrezzate, Italië) (vertegenwoordigers: aanvankelijk D. de Abreu Caldas, A. Coolen, É. Marchal, S. Orlandi en J.-N. Louis, advocaten, vervolgens D. de Abreu Caldas, S. Orlandi en J.-N. Louis, advocaten, daarna S. Orlandi en J.-N. Louis, advocaten, ten slotte J.-N. Louis, advocaat)

Verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: aanvankelijk D. Martin en G. Gattinara, gemachtigden, vervolgens J. Currall en G. Gattinara, gemachtigden, daarna G. Gattinara, gemachtigde, en ten slotte G. Gattinara en F. Simonetti, gemachtigden)

Voorwerp

Verzoek om nietigverklaring van het besluit betreffende de overdracht van verzoekers pensioenrechten aan de pensioenregeling van de Unie, dat toepassing geeft aan de nieuwe AUB van de artikelen 11 en 12 van bijlage VIII bij het Ambtenarenstatuut

Dictum

Er behoeft geen uitspraak te worden gedaan over het beroep in zaak F-108/12, Verile/Commissie.

Verile en de Europese Commissie dragen elk hun eigen kosten.

____________

1 PB C 379 van 8.12.2012, blz. 34.