Language of document : ECLI:EU:T:2011:158

Zaak T‑28/10

Euro-Information – Européenne de traitement de l’information

tegen

Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) (BHIM)

„Gemeenschapsmerk – Aanvraag voor gemeenschapswoordmerk EURO AUTOMATIC PAYMENT – Absolute weigeringsgrond – Beschrijvend karakter – Artikel 7, lid 1, sub c, van verordening (EG) nr. 207/2009”

Samenvatting van het arrest

1.      Gemeenschapsmerk – Beroepsprocedure – Beroep bij gemeenschapsrechter – Bevoegdheid van Gerecht – Herziening van beslissing van Bureau – Beoordeling gelet op aan kamer van beroep toegekende bevoegdheden

(Verordening nr. 207/2009 van de Raad, art. 65, lid 3)

2.      Gemeenschapsmerk – Definitie en verkrijging van gemeenschapsmerk – Absolute weigeringsgronden – Merken die uitsluitend bestaan uit tekens of aanduidingen die kunnen dienen tot aanduiding van kenmerken van waar – Criteria

(Verordening nr. 207/2009 van de Raad, art. 7, lid 1, sub c)

3.      Gemeenschapsmerk – Definitie en verkrijging van gemeenschapsmerk – Absolute weigeringsgronden – Onderzoek van weigeringsgronden voor elke in inschrijvingsaanvraag opgegeven waar of dienst – Verplichting tot motivering van weigeringsgrond – Omvang

(Art. 253 EG; verordening nr. 207/2009 van de Raad, art. 7, lid 1, en 75)

4.      Gemeenschapsmerk – Definitie en verkrijging van gemeenschapsmerk – Absolute weigeringsgronden – Merken die uitsluitend bestaan uit tekens of aanduidingen die kunnen dienen tot aanduiding van kenmerken van waar

(Verordening nr. 207/2009 van de Raad, art. 7, lid 1, sub c)

1.      Een vordering tot herziening door het Gerecht van een beslissing van een kamer van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) in de zin van artikel 65, lid 3, van verordening nr. 207/2009 inzake het gemeenschapsmerk, waarbij het Gerecht de beslissing neemt die de kamer van beroep had moeten nemen, is niet-ontvankelijk. De ter zake bevoegde instanties van het Bureau nemen geen formele beslissing tot vaststelling van inschrijving van een gemeenschapsmerk waartegen beroep openstaat. Bijgevolg is de kamer van beroep niet bevoegd om kennis te nemen van een vordering tot inschrijving van een gemeenschapsmerk. In deze omstandigheden is het Gerecht evenmin bevoegd om kennis te nemen van een vordering tot herziening die ertoe strekt dat de beslissing van een kamer van beroep in die zin wordt gewijzigd.

(cf. punten 13‑14)

2.      Ingevolge artikel 7, lid 1, sub c, van verordening nr. 207/2009 inzake het gemeenschapsmerk wordt de inschrijving geweigerd van merken die uitsluitend bestaan uit tekens of aanduidingen die in de handel kunnen dienen tot aanduiding van soort, kwaliteit, hoeveelheid, bestemming, waarde, plaats van herkomst, tijdstip van vervaardiging van de waren of verrichting van de dienst of andere kenmerken van de waren of diensten. Deze beschrijvende tekens worden ongeschikt beschouwd om de wezenlijke functie van een merk te vervullen, die erin bestaat de herkomst van de waren of diensten aan te duiden. Dit artikel doelt met andere woorden op tekens en aanduidingen die in het normale gebruik uit het oogpunt van de consument kunnen dienen tot aanduiding, hetzij rechtstreeks, hetzij door vermelding van een van de wezenlijke kenmerken ervan, van de waar of dienst waarvoor de inschrijving is aangevraagd.

Daaruit volgt dat een teken onder het in artikel 7, lid 1, sub c, van verordening nr. 207/2009 vervatte verbod valt wanneer het met de betrokken waren of diensten een voldoende rechtstreeks en concreet verband heeft, waardoor het relevante publiek hierin onmiddellijk en zonder verder nadenken een beschrijving van de betrokken waren en diensten of van één van de kenmerken ervan kan zien. Of een merk beschrijvend is, moet dus worden beoordeeld met betrekking tot de waren of diensten waarvoor inschrijving van het teken is aangevraagd, en uitgaande van de perceptie van het relevante publiek, dat bestaat uit de consumenten van deze waren of diensten.

Het feit dat het aangevraagde merk andere betekenissen kan hebben, staat niet in de weg aan toepassing van de absolute weigeringsgrond van artikel 7, lid 1, sub c, van verordening nr. 207/2009. Inschrijving van een woordteken moet op grond van deze bepaling worden geweigerd wanneer het in minstens een van zijn betekenissen een kenmerk van de betrokken waren of diensten aanduidt.

(cf. punten 38‑41, 50)

3.      Met betrekking tot de wezenlijke vormvereisten die bij het onderzoek van een gemeenschapsmerkaanvraag moeten worden nageleefd, moet wat de motiveringsplicht betreft het onderzoek van de absolute weigeringsgronden betrekking hebben op elk van de waren of diensten waarvoor inschrijving van het merk is aangevraagd, en dient de beslissing waarbij de bevoegde autoriteit de inschrijving van een merk weigert, in beginsel voor elk van deze waren of diensten te worden gemotiveerd. Deze motiveringsplicht vloeit voort uit de essentiële eis dat elke beslissing van een autoriteit waarbij een door het gemeenschapsrecht erkend recht wordt geweigerd, kan worden onderworpen aan rechterlijk toezicht dat de daadwerkelijke bescherming van dit recht dient te waarborgen en dat zich derhalve tot de rechtmatigheid van de motivering moet uitstrekken. Wanneer evenwel dezelfde weigeringsgrond wordt ingebracht voor een categorie of een groep van waren of diensten, kan deze autoriteit volstaan met één algehele motivering voor alle betrokken waren of diensten.

Toch mag de mogelijkheid voor het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) om één algehele motivering aan te voeren voor de toepassing van een absolute weigeringsgrond op een categorie of groep van waren of diensten niet in aanvaring komen met het doel van de motiveringsplicht van artikel 253 EG en van artikel 75, eerste volzin, van verordening nr. 207/2009 inzake het gemeenschapsmerk, dat erin bestaat de weigering van inschrijving van een gemeenschapsmerk aan rechterlijk toezicht te onderwerpen. Bijgevolg is het noodzakelijk dat de betrokken waren of diensten in die mate voldoende rechtstreeks en concreet onderling verbonden zijn dat zij een categorie of groep van waren of diensten vormen die voldoende homogeen is opdat het Bureau één algehele motivering kan doen gelden. Daartoe volstaat het evenwel niet dat de betrokken waren of diensten tot dezelfde klasse in de zin van de Overeenkomst van Nice behoren, aangezien deze klassen vaak een grote verscheidenheid van waren of diensten omvatten die niet noodzakelijk in die mate voldoende rechtstreeks en concreet onderling verbonden zijn.

Met betrekking tot het onderzoek ten gronde van een gemeenschapsmerkaanvraag moet het Bureau overeenkomstig verordening nr. 207/2009 een gemeenschapsmerkaanvraag onderzoeken met betrekking tot alle waren of diensten die zijn opgenomen in de opgave van waren en diensten waarvoor de inschrijving is aangevraagd, met dien verstande dat wanneer deze opgave een of meerdere categorieën van waren of diensten omvat, het Bureau niet ertoe verplicht is, over te gaan tot een analyse van elk van de waren of diensten behorend tot een categorie, maar zijn onderzoek betrekking moet hebben op de betrokken categorie als zodanig.

Wat de voorwaarden ten gronde voor het onderzoek van een gemeenschapsmerkaanvraag betreft, kan het Bureau derhalve slechts een globaal onderzoek per categorie van waren of diensten verrichten wanneer de betrokken waren of diensten in die mate voldoende rechtstreeks en concreet onderling verbonden zijn dat zij een categorie of groep van voldoende homogene waren of diensten vormen.

(cf. punten 54‑57)

4.      Het woordteken EURO AUTOMATIC PAYMENT, waarvan inschrijving is aangevraagd voor waren van klasse 9 en diensten van klasse 36 in de zin van de Overeenkomst van Nice, beschrijft uit het oogpunt van de Engelstalige consumenten, zowel vaklui als niet-vaklui, de in de gemeenschapsmerkaanvraag opgegeven waren in de zin van artikel 7, lid 1, sub c, van verordening nr. 207/2009 inzake het gemeenschapsmerk.

Wanneer het relevante publiek wordt geconfronteerd met „geheugenkaarten of kaarten met microprocessor, magneetkaarten, magneetkaarten of kaarten met microprocessor voor identificatie, magneetkaarten of kaarten met microprocessor voor betaling, creditering of debitering en elektronische betaalkaarten” van klasse 9, die gemeenschappelijke kenmerken vertonen, waaronder de mogelijkheid om betalingen in euro te verrichten, zal het onmiddellijk en zonder verder nadenken aannemen dat het gaat om kaarten om automatische betalingen in euro te verrichten.

Wanneer het relevante publiek wordt geconfronteerd met „magnetische gegevensdragers, optische gegevensdragers, gegevensverwerkende apparatuur, intercommunicatie-apparatuur, interfaces voor computers, lezers (informatica), software (geregistreerd), boekhoudkundige software, monitors (computerprogramma’s), computers, computerrandapparatuur, geregistreerde computerprogramma’s, geregistreerde computerbesturingsprogramma’s, processors (centrale verwerkingseenheden), computersoftware en –hardware voor volledige dienstverlening op afstand van banken, financiers en verzekeraars, namelijk computerapparatuur en -uitrusting, software voor online beveiligd betalen via elektronische communicatienetwerken, apparatuur en toestellen voor elektronisch betalen, namelijk computerapparatuur en –uitrusting, computermateriaal voor elektronisch betalen, software voor elektronisch betalen, elektrische en elektronische toestellen voor het beheer van financiële transacties” van klasse 9, die tot de informaticasector behoren, en „radiotelefonische toestellen, ontvangers (geluid en beeld), telefoontoestellen, draagbare telefoons, vooruitbetalingssystemen voor televisietoestellen, transmittoren (telecommunicatie)” van klasse 9, die tot de telecommunicatiesector behoren, zal het onmiddellijk en zonder verder nadenken aannemen dat het gaat om met een communicatienetwerk verbonden waren waarin een mechanisme voor automatische betalingen is geïntegreerd zodat met deze waren via dit netwerk rechtstreeks betalingen in euro kunnen worden verricht.

Het aangevraagde merk beschrijft de bestemming van „betaalautomaten” en „bankautomaten” van klasse 9, aangezien het het relevante publiek informatie over een wezenlijk kenmerk van de betrokken waren verschaft, namelijk het kenmerk dat zij zijn of kunnen worden uitgerust met een mechanisme om automatische betalingen in euro te verrichten.

Het aangevraagde merk beschrijft de bestemming van „valsgelddetectors”, „verkoopautomaten”, „ticketautomaten” en „streepjescodelezers” van klasse 9, aangezien in deze waren een mechanisme voor automatische betalingen is geïntegreerd of deze waren zelf in een dergelijk mechanisme kunnen worden geïntegreerd.

Het aangevraagde merk beschrijft de bestemming van „geldautomaten” van klasse 9. Een geldautomaat kan immers tal van functionaliteiten bezitten die meer aanbieden dan een gewone geldopname, zoals betalingen of stortingen of nog de afgifte van rekeningoverzichten. Het relevante publiek zal aanduidingen dat met een waar automatische betalingen in euro kunnen worden verricht, dus als beschrijvend opvatten, op voorwaarde dat deze eigenschap relevant is voor de betrokken waar.

Het relevante publiek zal het aangevraagde merk waarnemen als een beschrijving van een wezenlijk kenmerk van „automaten voor afgifte van rekeningoverzichten en rekeningafschriften” van klasse 9, namelijk de mogelijkheid om daarin een mechanisme voor automatische betalingen in euro te integreren. Deze waren en „geldautomaten” kunnen immers in een en dezelfde machine worden geïntegreerd. Eerstgenoemde waren kunnen dus net als laatstgenoemde waren andere functionaliteiten aanbieden.

De diensten van klasse 36 worden alle met name in het bank- en financiewezen en in de informaticasector aangeboden voor de uitvoering van commerciële en financiële transacties en bovendien impliceren zij de verrichting van een betaling, hetzij door middel van een kaart, hetzij eventueel elektronisch. Uit het oogpunt van het relevante publiek bestaat er een voldoende rechtstreeks en concreet verband tussen het woordteken EURO AUTOMATIC PAYMENT en de bijzondere hoedanigheid van alle diensten van klasse 36, die erin bestaat dat zij de verrichting of ontvangst van automatische betalingen in euro, eventueel elektronisch, mogelijk kunnen maken. Deze bijzondere hoedanigheid houdt nauw verband met het begrip automatisme in de context van commerciële en financiële transacties in het bank- en financiewezen en in de informaticasector.

(cf. punten 42, 62‑64, 66, 71‑72, 76, 78‑79, 82‑83, 85, 88)