Language of document : ECLI:EU:T:2006:241

Zaak T‑6/05

DEF-TEC Defense Technology GmbH

tegen

Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt

(merken, tekeningen en modellen) (BHIM)

„Gemeenschapsmerk – Oppositieprocedure – Aanvraag tot inschrijving van beeldmerk FIRST DEFENSE AEROSOL PEPPER PROJECTOR – Relatieve weigeringsgrond – Artikel 8, lid 3, van verordening (EG) nr. 40/94 – Bestaan van toestemming van merkhouder”

Samenvatting van het arrest

Gemeenschapsmerk – Definitie en verkrijging van gemeenschapsmerk – Relatieve weigeringsgronden – Ontbreken van toestemming van merkhouder voor inschrijving die door gemachtigde of vertegenwoordiger op eigen naam is aangevraagd

(Verordening nr. 40/94 van de Raad, art. 8, lid 3)

Artikel 8, lid 3, van verordening nr. 40/94 inzake het gemeenschapsmerk, dat bepaalt dat, na oppositie door de houder, de inschrijving van een merk wordt geweigerd indien deze door de gemachtigde of de vertegenwoordiger van de houder wordt aangevraagd op eigen naam en zonder toestemming van de houder, welke duidelijk, ondubbelzinnig en onvoorwaardelijk moet zijn, beoogt te voorkomen dat de gemachtigde van de merkhouder misbruik van het merk maakt door van de kennis en de ervaring die tijdens de handelsrelatie met deze houder zijn opgedaan, te profiteren en dus ongerechtvaardigd voordeel te halen uit de inspanningen en de investeringen die de merkhouder zelf heeft gedaan.

Wanneer tussen de datum waarop de toestemming is gegeven en die waarop de aanvraag tot inschrijving van het merk is ingediend, het merk op een andere houder is overgegaan, dient het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) te onderzoeken of de toestemming na deze overgang is blijven bestaan en of de nieuwe houder op de datum van de aanvraag tot inschrijving van het merk door deze toestemming gebonden was.

(cf. punten 38, 40, 49-50)