Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Cour de cassation (Frankrijk) op 1 december 2020 – VA, ZA / TP
(Zaak C-645/20)
Procestaal: Frans
Verwijzende rechter
Cour de cassation
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partijen: VA, ZA
Verwerende partij: TP
Prejudiciële vragen
Dienen de bepalingen van artikel 10, lid 1, onder a), van verordening (EU) nr. 650/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen en de aanvaarding en de tenuitvoerlegging van authentieke akten op het gebied van erfopvolging, alsmede betreffende de instelling van een Europese erfrechtverklaring1 , aldus te worden uitgelegd dat, indien de erflater zijn gewone verblijfplaats op het tijdstip van overlijden niet in een lidstaat had, het gerecht van een lidstaat waar de gewone verblijfplaats van de erflater niet was gevestigd maar dat vaststelt dat deze erflater de nationaliteit van die lidstaat had en aldaar gelegen goederen bezat, de in die verordening opgenomen subsidiaire bevoegdheid ambtshalve moet opwerpen?
____________
1 PB 2012, L 201, blz. 107.