Language of document :

Beroep ingesteld op 19 juli 2010 - Wam / Commissie

(Zaak T-303/10)

Procestaal: Italiaans

Partijen

Verzoekende partij: Wam SpA (Modena, Italië) (vertegenwoordigers: G. Roberti en I. Perego, avvocati)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

de bestreden beschikking geheel of gedeeltelijk nietig verklaren voor zover daarin:

is vastgesteld dat WAM onrechtmatige staatssteun in de zin van artikel 107, lid 1, VWEU heeft ontvangen op grond van een financieringsovereenkomst uit 1995 en een financieringsovereenkomst uit 2000, die beide op basis van artikel 2 van wet nr. 394/1981 zijn gesloten;

is vastgesteld dat de steunmaatregelen waarin is voorzien bij de financieringsovereenkomst van 1995 en de financieringsovereenkomst van 2000 onverenigbaar zijn met de gemeenschappelijke markt;

de terugvordering van de onverenigbare steun ten belope van het berekende bedrag wordt gelast, en bovendien is bepaald dat de terug te vorderen bedragen worden vermeerderd met rente vanaf de datum waarop bedoelde steun aan WAM is toegekend;

verwerende partij verwijzen in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

De bestreden beschikking is dezelfde als die in zaak T-257/10 Italië/Commissie1.

WAM voert zeven middelen aan:

De Europese Commissie heeft artikel 107, lid 1, VWEU ten onrechte op het onderhavige geval toegepast en in ieder geval de feiten onjuist beoordeeld en haar beschikking ontoereikend gemotiveerd, voor zover zij heeft vastgesteld dat de door WAM in de vorm van rentesubsidies ontvangen steun om in derde landen de markt te betreden het handelsverkeer tussen de lidstaten ongunstig kon beïnvloeden en de mededinging kon verstoren, en is aldus voorbijgegaan aan de desbetreffende overwegingen van het Hof en het Gerecht in de arresten in de zaken C-94/06 P2 respectievelijk T-316/043, wat in strijd is met artikel 266 VWEU;

de Europese Commissie heeft ten onrechte en zonder motivering vastgesteld dat artikel 107, lid 1, VWEU toepassing vindt op de betrokken financieringen, zonder rekening te houden met de beginselen en de regels die zijzelf heeft toegepast op vergelijkbare maatregelen ter ondersteuning van initiatieven om de markt in derde landen te betreden. De Commissie heeft niet vastgesteld dat deze financieringen waren toegekend in het kader van de regeling waarin is voorzien bij wet nr. 394/1981 en heeft bovendien inbreuk gemaakt op artikel 108, lid 1, VWEU en op artikel 1, sub b, van verordening nr. 659/99;

de Europese Commissie is ten onrechte en zonder toereikende motivering tot de conclusie gekomen dat de door WAM ontvangen steun gedeeltelijk onverenigbaar was met de gemeenschappelijke markt, en heeft aldus inbreuk gemaakt op artikel 107, lid 3, sub c, VWEU, op de de minimis verordening en op de toepasselijke groepsvrijstellingsverordeningen;

de Europese Commissie heeft het subsidie-equivalent van de door WAM in de vorm van rentesubsidies ontvangen steun onjuist berekend;

de Europese Commissie heeft de procedure van artikel 108, lid 2, VWEU niet ingeleid om de door het Hof en het Gerecht nietig verklaarde beschikking opnieuw vast te stellen, en heeft aldus de rechten van verdediging van WAM geschonden;

de Europese Commissie heeft inbreuk gemaakt op de beginselen van behoorlijk bestuur en op het zorgvuldigheidsbeginsel, met name door de onredelijk lange duur van de administratieve procedure.

____________

1 - Nog niet gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie.

2 - Arrest van het Hof van 30 april 2009, Commissie/Italië en Wam, C-494/06 P, Jurispr. blz. I-3639).

3 - Beschikking van het Gerecht van 10 november 2004, Wam/Commissie, T-316/04, Jurispr. blz.II-3917).